Hemel – Hoor: de dieren loven God!

Alles wat adem heeft, loof de HEER. Halleluja! Psalm 150:6

Gods kwaliteiten worden zichtbaar in zijn werk.1 Ook in het dierenrijk. Daarom kun je rustig stellen dat de dieren God loven. En dat zegt de Bijbel ook.

Loof de HEER, bewoners van de aarde … dieren van het veld en dieren in de wei, alles wat kruipt en op vleugels gaat (Psalm 148:7a en 10).

De dieren zijn nauw verbonden met mensen. Adam werd in de tuin van Eden om- geven door ze. Noach nam dieren mee in de nieuwe wereld onder de regenboog. En vlak voor het moment waarop Jezus iets totaal nieuws zou beginnen werd hij als koning toegejuicht op een ezel.

Ook op de nieuwe aarde komen we veel dieren tegen. Ze zingen mee in het koor dat God en het lam aanbidt.2 Vier dieren worden apart genoemd. Ze benadrukken de lofzang voor Gods troon.

De vier wezens antwoordden: ‘Amen!’ (Openbaring 5:14a).

Het is vreemd dat de vertalers hier ‘wezens’ schrijven, terwijl er toch gewoon dieren staat. Het is hetzelfde woord dat overal in de Bijbel voor dieren gebruikt wordt. Dieren die God loven!

1 Rom. 1:20; 2 Op. 5:13