Hemel – Jezus blijft jou zegenen

Christus daarentegen is aangesteld als hogepriester van al het goede dat ons is toebedacht. Hebreeën 9:11a

Op het moment dat Jezus naar de hemel ging nam hij een bijzondere houding aan. Op de Olijfberg hief hij als een hogepriester zijn handen op om zijn volgelingen te zegenen. Dat was zijn laatste lijfelijke daad op aarde.

Daar hief hij zijn handen op en zegende hen. Terwijl hij hen zegende, ging hij van hen heen en werd opgenomen in de hemel (Lucas 24:50b-51).

In Handelingen vertelt Lucas dat de discipelen met grote ogen naar de hemel ble- ven staren. Er verschenen twee mannen in witte gewaden. Die zeiden:

‘Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie hem naar de hemel hebben zien gaan’ (Handelingen 1:11).

Jezus gaat met zegen, Jezus komt met zegen. En wat doet hij intussen? Hij zegent.

Jezus zegent ons vanuit de hemel. Hij doet daar het werk van de hogepriester. Hij draagt ons aan zijn hart, zoals de hogepriester tijdens het Oude Verbond de namen van de twaalf stammen van Israël aan zijn hart droeg. Die namen stonden op edel- stenen gegraveerd, die in goud ingelegd door de hogepriester op een borstplaat ge- dragen werden. Zo kostbaar waren die stammen voor God. Nog kostbaarder ben jij.

Jezus draagt jou aan zijn hart. Er gaat geen dag voorbij of hij zegent jou. En als hij terugkomt is hij jou nog steeds aan het zegenen!