Hemel – Kunst die spreekt van de hemel

Het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien. Hebreeën 11:1b

Een kunstenaar wordt nooit zomaar kunstenaar. Het zit er als kind al in. Er is een lang vormingsproces aan voorafgegaan voordat de kunstenaar kunst gaat maken. Besaleël ging schaduwbeelden maken van de hemelse werkelijkheid. Dat gebeur- de nadat Mozes van de berg af kwam. Maar hij was waarschijnlijk al zijn hele leven gefascineerd door God in de hemel. Zijn vader heette Uri.1 Die naam betekent ‘Licht van God’.

Besaleël had iemand in zijn jonge jaren die hem op Gods licht had gewezen. Dat licht zou hij brengen in zijn werk.

Besaleël kwam uit de stam Juda, lezen we.2 Het is de stam waar ook Jezus uit gebo- ren zou worden. Besaleël was zonder dat hij het wist verbonden met Jezus. Wat deze kunstenaar maakte droeg dan ook allemaal de kenmerken van Jezus. Zijn vergeving, verzoening, voorziening, overwinning.

Besaleël maakte schaduwbeelden van Jezus. Zijn werk was architectuur, performan- ce, kledingkunst, lichtspel, geurwerk, beeldende kunst. Hij gebruikte daar de meest uiteenlopende materialen en vormen voor, allemaal heel aards. Maar alles wat hij maakte drukte iets uit van de hemelse Jezus. We zien het terug in zijn kunst: het is Jezus door wie we in Gods aanwezigheid kunnen zijn.

Kunst kan heel aards en menselijk zijn en tegelijk ons geloof opwekken en in contact brengen met de hemel.

1 Ex. 31:2; 2 Ex. 31:2