Het avondmaal sluit niemand uit

Zo zijn we samen één lichaam in Christus.
Romeinen 12:5

Paulus benadrukt dat het avondmaal ons als gemeente tot één lichaam maakt, het lichaam van Christus.

Omdat het één brood is zijn wij, hoewel met velen, één lichaam, want wij hebben allen deel aan dat ene brood (1 Kor. 10:17).

Maar de gemeente aan wie Paulus de brief schrijft, sluit mensen uit van het avondmaal. Dat kan hij absoluut niet waarderen (1 Kor. 1:17-34).

U komt niet samen om de maaltijd van de Heer te vieren. Van wat u hebt meegebracht eet u alleen zelf, zodat de een honger heeft en de ander dronken is (1 Kor. 11:20).

Door mensen uit te sluiten doe je Jezus’ werk tekort.

Daarom maakt iemand die op onwaardige wijze van het brood eet en uit de beker van de Heer drinkt, zich schuldig tegenover het lichaam en het bloed van de Heer (1 Kor. 11:27).

Het is belangrijk dat je bij het avondmaal erkent dat iedereen er gebruik van mag maken en dat je niemand veroordeelt.

Laat daarom iedereen zichzelf eerst toetsen voordat hij van het brood eet en uit de beker drinkt (1 Kor. 11:28).

God veroordeelt je niet, maar je berokkent jezelf en de gemeente wel schade als je het avondmaal niet gebruikt waarvoor het bedoeld is. Je veroordeelt jezelf.

Want wie eet en drinkt en niet beseft dat het om het lichaam van de Heer gaat, roept zijn veroordeling af over zichzelf (1 Kor. 11:29).

De genezende werking van het avondmaal gaat op die manier namelijk verloren.

Daarom zijn er onder u veel zwakke en zieke mensen en zijn er al velen onder u gestorven (1 Kor. 1:30).

Hoe behoudt het avondmaal dan zijn kracht? Als niemand wordt uitgesloten! Conclusie?

Wees daarom gastvrij voor elkaar bij de maaltijd (1 Kor. 11:33).