Het gebed van de bruidegom

‘Vader, nu is de tijd gekomen.’
Johannes 17:1

Het prachtige gebed dat Jezus in Johannes 17 bidt wordt wel het hogepriesterlijk gebed genoemd. En terecht, want Jezus komt daarin als voorbidder op voor zijn volk. Maar het is misschien nog wel meer het gebed van de bruidegom voor zijn bruid.

Je hoort in dit gebed namelijk hoe Jezus als bruidegom met zijn hemelse Vader in gesprek is over zijn bruid. De tijd van het huwelijk is aangebroken. Jezus verklaart vol blijdschap dat Hij haar mag verwerven uit alle volken.

‘Hij heeft van u macht over alle mensen ontvangen, de macht om iedereen die u hem gegeven hebt het eeuwige leven te schenken’ (Joh. 17:2).

Jezus zegt dat Hij zijn bruid van zijn Vader ontvangen heeft. Volgens oud gebruik moest het meisje namelijk door de vader goedgekeurd zijn.

‘Zij waren van u, maar u hebt hen aan mij gegeven’ (Joh. 17:6).

Omdat de bruid wordt opgenomen in de goddelijke familie, zal ze zich onderscheiden van haar omgeving. En dat strekt haar bruidegom tot eer.

‘Ik bid niet voor de wereld, maar voor de mensen die u mij hebt gegeven, omdat zij van u zijn – alles wat van mij is, is van u, en alles wat van u is, is van mij – en omdat in hen mijn grootheid zichtbaar geworden is’ (Joh. 17:9-10).

Zie je die grootheid van Jezus’ hart voor zijn bruid, voor de gemeente, voor jou en mij? Zie je hoe bevoorrecht we zijn?