Het land van shalom

‘De HEER, uw God, zal u vrede schenken en u dit gebied geven.’
Jozua 1:13

Leuk. Logisch ook. En sterk zeg! Moet je zien: de Israëlieten vieren gelijk het pesachmaal, zodra ze hun kamp opslaan in het beloofde land  (Joz. 5:10-12). Dat betekent dat het offer van het lam een heel nieuw leven op gang brengt, vol zegen, in Gods aanwezigheid.

De uittocht uit Egypte ten tijde van Mozes werd al ingeleid met zo’n offer (Ex. 12:2-13). De intocht in het beloofde land ten tijde van Jozua dus ook weer. En ons leven als nieuwe mensen in Gods koninkrijk uiteraard idem dito.

Want het offer van Jezus haalt ons niet alleen uit de slavernij van de zonde. Nee, het plaatst ons ook binnen de invloedssfeer van Gods zegen. Binnen zijn liefde, bevestiging, voorziening.

Genade heeft namelijk twee kanten, allebei even sterk. Want wat je wel verdiende (ellende) heb je niet gekregen. En wat je niet verdiende (zegen) heb je wel gekregen. Jezus kwam immers met genade óp genade (Joh. 1:17, NBG ’51).

Ons Egypte is het wereldsysteem waar we samen met Jezus aan gestorven zijn (Kol. 2:20). Voor ons geen opgefokt, uitzichtloos leven meer. Ons beloofde land is Gods koninkrijk, waar Jezus ons in deed geboren worden. Voor ons nu zegen, die Hij zomaar geeft –  onverdiend, vanuit rust. Want dit gebied wordt beheerst door vrede (Joz. 1:13).

Letterlijk heet die vrede shalom: volledigheid, welzijn, welstand, voorspoed, gezondheid, veiligheid en vriendschap met God en mensen. Ja, laat dat maar eens goed tot je doordringen, want dat betekent dat rijke woord shalom.

En gebruik het avondmaal om dat te vieren!