Hij kwam naar buiten …

Hij kwam naar wat van hem was.

Johannes 1:11

In het evangelie van Johannes kun je Jezus als hogepriester herkennen. Hij voorziet in alles waar de priesterdienst in de tabernakel voor stond. Kijk maar mee hoe Hij vanuit het allerheiligste in de hemel op ons toe kwam lopen om ons mee naar binnen te nemen.

Allereerst zie je Jezus van achter het voorhangsel tevoorschijn komen.

Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader (Joh. 1:14).

Hij passeert het reukofferaltaar, en biedt ons Gods geur aan.

Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen (Joh. 1:18).

Hij loopt langs de tafel met toonbroden, het brood dat Hij ons aanreikt.

‘Het brood van God is het brood dat neerdaalt uit de hemel en dat leven geeft aan de wereld’ (Joh. 6:33).

Hij draagt ook het licht van de gouden kandelaar naar buiten.

‘Ik ben het licht voor de wereld. Wie mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft’ (Joh. 8:12).

Jezus wijst ons op het wasvat, waar Hij ons wil reinigen.

De man ging weg, waste zich, en toen hij terugkwam kon hij zien (Joh. 9:7).

En Hij eindigt zijn werk op het brandofferaltaar, wanneer Hij zijn leven offert.

‘Wanneer ik van de aarde omhooggeheven word, zal ik iedereen naar mij toe halen.’ Daarmee bedoelde hij de wijze waarop hij zou sterven (Joh. 12:32-33).

Nu heeft Hij alle gelegenheid om ons mee terug te nemen, in Gods intieme aanwezigheid …