Hij verklaart mij heilig

Wie heilig is zal nog heiliger worden.
Openbaring 22:11b


Mensen zijn vrij in hun handelen. Daarom griezelig verantwoordelijk. Ze zijn ook bedorven door de zonde. Daarom ongeneeslijk gebonden.

Ongeneeslijk? Voor welk probleem komt Jezus te staan als Hij mij een nieuw leven wil geven? ‘Er is geen mens die God zoekt’ (Rom. 3:11). Sinds Adam is de zonde als een kankergezwel in alle delen van de mensheid gekropen.

Als Jezus gekomen is om mij niets anders te vertellen dan dat ik heilig moet worden, dan kan Hij het wel schudden. Dat kan ik niet. Dat zit er niet in. En moet dat toch, dan raak ik alleen maar wanhopig als ik het zou willen worden, of verbitterd, zodat ik het opgeef.

Maar als Jezus mij herschept en zijn heiligheid in mij giet, dan ontstaat er een ander verhaal. Dan begrijp ik waar Hij op aanstuurt als Hij zegt dat ik heilig moet zijn. Ik kan dat niet, maar Hij wel. Als ik me overgeef aan Hem, kan Hij zijn gang gaan. Redding betekent dan dat Hij zijn leven aan mij geeft en dat in mij uitwerkt: zijn vernieuwing, genezing, bevrijding, voorspoed, heiliging.

Redding betekent dat ik de positie van Jezus mag innemen. Hij verklaart mij heilig (Joh. 17:19). Ik ben heilig, apart gezet, in Hem. Mijn zonden hebben daar geen invloed op. God werkt mijn heiligmaking uit, omdat Hij mij in Jezus heilig heeft verklaard. ‘Wie heilig is’ (dat is mijn nieuwe status dankzij Jezus) ‘zal nog heiliger worden’ (dat bewerkt Hij met zijn Geest in mij).

Sta je op het fundament van genade, dan volgt de heiligmaking vanzelfsprekend. God doet dat werk in jou met zijn heilige(!) Geest.

Het is aan míj om met Hem in te stemmen dat God de zonde die mij beheerste heeft veroordeeld aan het kruis. En om te beamen dat Hij mij heilig heeft verklaard.

Het is aan Hém om mij te veranderen en te heiligen.