Hij zal voor ons strijden!

Omdat wij echter geloven, gaan we binnen in de rust waarvan eerder sprake was.
Hebreeën 4:3


Het volk Israël hoort wat God van hen verwacht. ‘De HEER zal voor u strijden, u hoeft zelf niets te doen’ (Ex. 14:14). Ze hebben dan al meegemaakt hoe God hen uit Egypte bevrijdde. Het komt dus aan op geloven. Maar wat zegt het volk? ‘Wij zullen alles doen wat de HEER heeft gezegd’ (Ex. 19:8).

Als een volk zegt ‘Wij zullen het doen!’ is er alle vertrouwen in eigen kracht. Die staat echter op gespannen voet met Gods kracht. Daarom moet God paal en perk stellen aan hun drang om het zelf te doen en geeft Hij hen de wet (Ex. 24:3-8, Gal. 2:22-23). Maar voordat de in steen gegraveerde tien geboden goed en wel landen hebben ze die al overtreden met een gouden kalf (Ex. 32:7-8).

Mozes slaat de stenen stuk: de wet is geen definitieve oplossing (Ex. 32:19, Gal. 2:16). Nee, de wet brengt je niet in de rust van het beloofde land, waar jij stil zult zijn en God voor je zal strijden. Integendeel: de wet confronteert je met je zonden en zet je aan om nog meer van je eigen kracht te verwachten (Gal. 3:19, 5:3).

Ook de volgende generatie Israëlieten komt niet in de rust waar God hen wil hebben. Ten tijde van Jozua roepen ze opnieuw dat ze alles zullen doen wat de HEER wil. Maar Jozua zegt: ‘U zult niet in staat zijn de HEER te dienen.’ Hij komt met nog meer wetten en regels om dat duidelijk te maken (Joz. 24:18-27).

Wij – jij en ik, hier en nu – krijgen de gelegenheid om wél de rust in te gaan die God heeft beloofd (Heb. 4:1-11). Als we niet langer op eigen kracht vertrouwen, maar geloven in Jezus. Hij heeft voor ons gestreden, wij zullen stil zijn om te zien wat Gods Geest door ons heen zal doen!

Tip – Doe nu eens even niet wat je altijd zo nodig moet doen. Kijk dan wat God gaat doen!