Hoe God jou vertrouwt

HEER, u kent mij, u doorgrondt mij.

Psalm 139:1

Jezus is totaal onafhankelijk van mensen. Hoewel steeds meer mensen vertrouwen in Hem krijgen, vertrouwt Hij zichzelf niet aan hen toe.

Maar Jezus had geen vertrouwen in hen, omdat hij hen allemaal kende, en niemand hoefde hem iets over de mens te vertellen, want hij wist zelf wat er in een mens omgaat (Joh. 2:24-25).

Hij weet dat de mensen Hem nu bewonderen om zijn optreden, maar dat ze Hem straks ook weer zo zullen laten vallen.

Niets is zo onbetrouwbaar als het hart, onverbetelijk is het, wie zal het kennen? (Jer. 17:9).

Het is des te opmerkelijker dat Jezus toch recht op zijn doel afgaat. Hij zal de mensen die zo onbetrouwbaar zijn laten zien hoeveel God om hen geeft. God, die de harten van mensen kent en toch van hen houdt.

U die hart en nieren doorgrondt bent een rechtvaardig God (Ps. 7:10).

Jezus vetrouwt zichzelf niet aan mensen toe. Maar Hij zal zichzelf wel voor ons prijsgeven. Om ons een nieuw hart te schenken.

‘Ik zal jullie een nieuw hart en een nieuwe geest geven, ik zal je versteende hart uit je lichaam halen en je er een levend hart voor in de plaats geven’ (Ezech. 36:26).

Jezus schenkt ons zijn eigen hart. Zo vertrouwt Hij zichzelf toch nog aan ons toe, maar wel vanaf het kruis. God kent je en Hij is rechtvaardig: Hij kent je in Jezus, opnieuw geboren, met zijn hart. Daarom vertrouwt Hij zichzelf aan je toe.

Johannes 2:13-25