7 Hoe lees je de Bijbel?

Verlang je naar de Meester, dan verlang je naar Zijn Woorden. Zoals de zee nooit verzadigd raakt van water, krijg jij nooit genoeg van de Bijbel. Terwijl je leest, groei je in kennis en in kracht. Er komt een moment dat je met volle overtuiging kunt zeggen wat een Bijbelgedeelte betekent, omdat je het zelf hebt onderzocht en ondervonden. De Bijbel leeft omdat jij met de Auteur van de Bijbel leeft.

Wat een Boek, die Bijbel! Heb je ooit gehoord van een boek waar 1300 jaar aan gewerkt is door meer dan 40 verschillende schrijvers? De Bijbel werd geschreven in drie talen en op de meest uiteenlopende plaatsen, zoals in de woestijn, in gevangenissen en in paleizen. De Bijbel (in het Grieks Biblios, boeken) is een bibliotheek van 66 boeken – grote en kleine, proza en poëzie, geschiedschrijving, brieven, profetieën.

Contract
Maar de Bijbel is ook Gods Woord (2 Tim. 3:16). Je zou kunnen zeggen: het Woord van God, uitgedrukt in woorden van mensen. Het is geschreven door mensen, maar het werd door God geïnspireerd. Inspireren betekent ademen. God ademde met Zijn Geest Zijn Woord door mensen heen. Daarom is Gods Woord de waarheid en heeft het eeuwigheidswaarde (Ps. 119:160).

Omdat God Zijn Woord liet opschrijven, gaf Hij Zijn Woord zwart-op-wit. Daarmee zegt Hij: “Hier houd Ik Mij aan.” De samenstellers van de Bijbel hebben het Boek daarom onderverdeeld in Testamenten; testament in de zin van “verbond”. God sluit een verbond met ons en Zijn “contract” is de Bijbel. God heeft Zijn handtekening eronder gezet en Hij vraagt jou om hetzelfde te doen. Je zegt daarmee: dit is dus voor mij.

Maar weet je wel wat jij bezit? Wie de grote lijnen van Gods contract wil ontdekken en ook de kleine lettertjes niet wil overslaan, heeft aan een lang leven nog niet genoeg om de volle diepte en kracht van Gods Woord te ervaren. Hoe eerder we dus met Bijbellezen beginnen, hoe beter.

Horen
Het leven van Jezus was doordrenkt van het Woord van God. Eén op de tien uitspraken van Jezus komt uit het Oude Testament. Jezus zal vóór Zijn openbare optreden heel wat tijd met de Schrift hebben doorgebracht. Hij moet een perfecte leerling zijn geweest. Wat doet een leerling? Hij hoort. “De Here wekt elke morgen, Hij wekt mij het oor, opdat ik hore zoals leerlingen doen.” Die woorden uit Jesaja 50 vers 4 en 5 slaan op Jezus, maar ze zouden ook op jou kunnen slaan…

Als Jezus twaalf jaar oud is, zijn de schriftgeleerden in de tempel verbaasd over Zijn inzicht. Later zal iedereen die Jezus hoort versteld staan. “Hij spreekt met gezag!” (Luk. 4:32) Maar niet zoals de andere rabbi’s, die misschien net zoveel kennis bezaten. Jezus had de kennis, maar ook de doorleefde ervaring van die kennis. Hij was op de juiste plaats geweest om Zijn kennis op te doen: met de Bijbel voor Gods aangezicht.

Twee meisjes kregen op een stille zondagmiddag dertien man op de thee. De ene zus rende zich uit de naad, de andere zus ging stil bij het bezoek zitten luisteren. Wie kreeg de complimenten? Twaalf mannen bedankten de zus die zich zo voor hen had uitgesloofd. Maar Nummer Dertien prees de zus die bij Hem was komen zitten. “Maria, jij hebt het goede deel gekozen, dat niet van je zal worden weggenomen.” Maria was aan de voeten van Jezus gaan zitten om naar Zijn Woord te luisteren. Ze was op de juiste plaats om het voedsel voor eeuwigdurend leven te ontvangen (Luk. 10:38-42).

Het is dus de bedoeling dat je aan de voeten van de Meester gaat zitten als je Gods Woord tot je wilt nemen en de Bijbel gaat lezen. Laat de Bijbel spreken in Zijn aanwezigheid.

De Bijbel gaat spreken als je kennis hebt gemaakt met de Schrijver. Voordat je gaat lezen moet je je openen voor God, anders blijft het een gesloten Boek. Maar het omgekeerde is ook waar: God blijft een gesloten Persoon als je Zijn Boek niet hebt geopend.

De goede leeshouding
Het gaat in Bijbellezen om woorden, om geest en om leven. Jezus zegt in Joh. 6:63: “De woorden die Ik tot je gesproken heb, zijn geest en leven.”  Een mens heeft gevoel en verstand, maar ook een geest. Je mag je gevoel en je verstand inschakelen als je de Bijbel leest, maar het is vooral de bedoeling dat je je geest inschakelt. Bijbellezen is geestelijk werk.

De geest van een mens is de plaats waar je diepste weten zit, je geweten, je motieven, intuïtie, bewustzijn. Ook geloven doe je met je geest (dat je zeker bent van de dingen die je niet ziet – Hebr. 11:1). Het is met je geest dat je contact maakt met God. Als je geboren wordt in Gods koninkrijk (“wedergeboorte”) wordt jouw geest verbonden met Gods Geest. “Wie zich aan de Here hecht is één geest met Hem” (1 Kor. 6:17). Door je contact met God krijgt jouw geest “Godsbewustzijn”. En in dat contact is Bijbellezen een onmisbare gespreksvorm met God.

Toch kun je de feiten uit de Bijbel kennen en de Geest erachter missen. “De letter doodt, de Geest maakt levend.” (2Kor. 3:6-18) Het is van vitaal belang dat je door hebt hoe Gods Woord en Gods Geest samenwerken om jouw geest te bereiken als je leest.

Het waren mensen die de Bijbel schreven, maar de Heilige Geest sprak er doorheen. Daarom moeten we de gesteldheid van de Heilige Geest ontvangen om te doorzien wat er staat. Een harde persoon zal nooit de zachtheid van Jezus begrijpen; iemand die nonchalant is nooit Zijn accuratesse; een oppervlakkig mens nooit de diepte van Jezus’ verdriet. Het is belangrijk dat je de bedoeling van de Heilige Geest in alles wat je leest leert “aanvoelen”. Dan kun je in jouw geest tijdens het lezen ervaren wat de Heilige Geest bedoelde: bijvoorbeeld liefde, verdriet, boosheid, blijdschap – en daarmee instemmen. Op die manier wordt de Bijbel een schatkist die nooit op raakt. Het is Gods Geest achter het Woord die Bijbellezen tot geestelijk voedsel maakt. Als Gods Geest achter het Woord je raakt, word je onderwezen door God in de Geest van Jezus.

Er zijn mensen die Bijbelteksten gebruiken zoals dronkenlappen een lantaarnpaal: niet als verlichting, maar als steun voor hun eigen gelijk. Het is duidelijk dat de Bijbel zijn werk alleen kan doen als je houding daarop afgestemd is. Je moet bereid zijn om te veranderen.  Bijbellezen is daarbij als gymnastiek: het helpt je om je geestelijk leven te oefenen en aan te scherpen en om in conditie te blijven. Een paar tips over je houding tijdens het lezen van de Bijbel zijn van belang.

  1. Je moet leven binnen Gods koninkrijk. (1Kor. 2:12-16 – alleen een geestelijk mens kan geestelijke dingen beoordelen.)
  1. Je moet ontvankelijk en open zijn. (2Kor. 3:18 – als je Gods heerlijkheid opvangt, moet je hem ook weerspiegelen.)
  1. Je moet bereid zijn om te leren. (Hebr. 5:11 – niet traag van hart, zelfingenomen.)
  1. Je moet nauwkeurig zijn. (Joz. 1:8 – hoe beter iemand Gods Woord kent, hoe voorzichter hij ermee zal zijn.)
  1. Je moet voortdurend oefenen. (Hebr. 5:14 – je zinnen oefenen, je zintuigen, om onderscheid aan te scherpen.)
  1. Je moet niet uit zijn op “nieuwtjes” die slechts je nieuwsgierigheid bevredigen. (1 Tim. 6:3-5 – opgeblazen modepoppen.)
  1. Je moet bereid zijn om te doen wat je leert. (Jak. 1:21-25, Matt. 7:24-27.)

Overzicht krijgen
Je kunt de Bijbel lezen als een kikker of als een vogel: het is maar net welk standpunt je inneemt. Met tekenen krijg je te maken met perspectief – de plaats van waaruit je naar iets kijkt. Kikkerperspectief is van beneden af gekeken naar boven – je ziet alleen de details dichtbij levensgroot voor je. Bij vogelperspectief kijk je er van bovenaf op en overzie je het geheel. Veel Bijbellezers zijn ooit als kikker begonnen en zijn daar blijven steken. De details hebben geweldig gesproken in hun leven, maar het overzicht hebben ze nooit voor ogen gekregen. Laten wij andersom beginnen, om – nadat we overzicht hebben gekregen – de details nog sterker te kunnen laten spreken.

Lees de Bijbel eens als een boek (dat is hij toch, of zelfs meer dan dat: een verzameling van boeken). Blijf niet steken bij elk vers, maar lees dóór. De meeste boeken in de Bijbel zijn geschreven om dóór te lezen (behalve misschien de Psalmen en Spreuken). Als je vlot door wilt lezen zonder over allerlei moeilijke zinsconstructies te struikelen kun je gebruik maken van moderne vertalingen. Doorlezen helpt je om overzicht te krijgen. Stop daarom nooit om dóór te lezen, ook als je daarnaast in details verdiept bent.

De boodschap van de Bijbel is niet in de eerste plaats opgesloten in verzen (die trouwens pas in de zestiende eeuw door een paar monniken werden aangebracht), maar in een heel boek. Het lijkt me vanzelfsprekend dat je als christen minstens één keer in je leven de hele Bijbel doorgelezen hebt. Daar bestaan verschillende “leesroosters” voor om je bij te helpen.

Maar wil je dieper doordringen in de betekenis van een Bijbelboek, lees dat ene boek dan eens meerdere keren achter elkaar. Dat hoeft helemaal niet zoveel werk te zijn als het lijkt: je kunt immers met een klein boekje beginnen? Filémon heb je in 3 minuten uit, Titus in 6 minuten en de Efeziërsbrief in een kwartier. (Misschien krijg je de smaak te pakken en begin je ook nog eens aan Deuteronomium – een boek waar je wel een paar uur zoet mee bent, maar wat door Jezus het meest wordt geciteerd in Zijn prediking!)

Als je een boek meerdere keren leest, gaan je steeds meer dingen opvallen. Je leert om niet wat je denkt te zien, niet wat je hebt gehoord te zien, maar wat er ècht staat te zien. Dat heet: observeren. Wàt staat er? Pas als je lang, lang, lang genoeg hebt geobserveerd ga je verder met de vraag (die veel mensen veel te vlug stellen): wat betekent het wat ik lees? Om dan de vraag te stellen (die veel mensen zichzelf nooit stellen): wat doe ik ermee in mijn leven?

Dus lezen door:

  1. observeren (wat staat er?);
  2. interpreteren (wat betekent het?);
  3. toepassen (hoe gebruik ik het in mijn eigen leven?).

Observeren
Als je een Bijbeldetective wilt zijn, moet je een Bijbelboek lezen alsof je hem nog nooit eerder hebt gelezen. Kijken en vragen blijven stellen, dat is observeren. Indrukken toelaten. Heb je wel eens voor langere tijd een tuin bekeken en gezien hoeveel kleuren groen er zijn? Verrassend veel als je er oog voor hebt. Hoe langer je naar iets kijkt, hoe meer je ziet. De eerste indrukken die je tijdens het lezen van het boek opdeed zullen anders zijn dan de indrukken die uiteindelijk blijven hangen. Het is de bedoeling dat je leert om mee te gaan in de gedachten van God die de Heilige Geest in de tekst verwerkt heeft. Om je in te leven in de gedachten van de Heilige Geest moet je eerst zoeken naar de grote lijnen, de algemene gedachten, voordat je ingaat op de details. Je moet eerst het complete beeld voor ogen krijgen. Dat helpt je om je te blijven herinneren waar het boek over gaat en de boodschap vast te houden. Pas als je het boek goed onder de knie hebt mogen er conclusies getrokken worden.

Interpreteren
Als je conclusies wilt trekken uit de tekst die je las (wat betekent het?) is het belangrijk dat je bij de feiten blijft. De feiten die beschreven staan zijn zo gewild door de Heilige Geest. Waarom? In welk verband?

-Wat leer ik in dit gedeelte over God?

-Wat leer ik in dit gedeelte over het leven?

-Wat leer ik in dit gedeelte over mezelf?

Natuurlijk is het niet moeilijk om verkeerde conclusies te trekken uit de tekst. Je kunt iets vinden wat er niet staat, je kunt er teveel betekenis inleggen en ook te weinig. Neem een aantal tips in acht.

  1. Blijf eenvoudig en logisch.
  2. Probeer je in te leven hoe de oorspronkelijke lezers de tekst zouden interpreteren.
  3. De argumenten voor je conclusies moeten duidelijk aanwijsbaar zijn in de tekst.
  4. Wat minder duidelijk is moet ondergeschikt zijn aan wat duidelijk is.
  5. Vergelijk de Bijbel met de Bijbel (zoek naar vergelijkbare tekstgedeelten en de conclusies daaruit).
  6. Wees eerlijk. Wat je niet weet, weet je niet.
  7. Wacht met de toepassing tot je je conclusies goed hebt afgerond.

Toepassen
Wij zijn over het algemeen nogal praktisch ingesteld en willen snel weten “wat we eraan hebben.” Dat mag ook, want de Bijbel is voor ons persoonlijk leven geschreven. In elke tekst zitten geestelijke lessen. En geestelijke groei neemt toe als je leert om beslissingen te nemen die geïnspireerd zijn door de Heilige Geest vanuit de Bijbel. Neem wel de voorgaande stappen uit dit hoofdstuk in acht voordat je gaat kijken wat je aan een Bijbelgedeelte hebt voor jezelf. Daarbij mag je op zoek gaan naar de geestelijke principes die op dat moment in die situatie voor jou van toepassing zijn. Je weet beter wat je te doen staat als je geoefend bent in Bijbelkennis!

In de manier waarop Jezus met de Schrift omging (het Oude Testament), zien we dat Hij enorm getraind was in het observeren en interpreteren ervan, om op die manier altijd raak te zijn in Zijn toepassingen. Jezus gebruikte in Zijn woorden geen enkel ander boek dan de Bijbel: andere boeken en tradities waren wat Hem betreft ondergeschikt aan de Schrift; in discussies had de Bijbel het laatste woord (Matt. 15:2-9). Tenslotte bracht Jezus Gods Woord tot vervulling in Zijn Eigen leven (Matt. 5:17, Luk. 24:44).

Zonder de Bijbel was Jezus in zijn leven op aarde niet Jezus geweest en zonder de Bijbel word jij niet wie jij kunt zijn.

Willem de Vink