Hou vast aan Jezus

Nu wij een hooggeplaatste hogepriester hebben die de hemel is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God, moeten we vasthouden aan het geloof dat we belijden.

Hebreeën 4:14

Jezus kwam in deze wereld om Gods wil te doen.

Daarom zegt Christus bij zijn komst in de wereld: ‘Offers en gaven hebt u niet verlangd,

maar u hebt mij een lichaam gegeven; brand- en reinigingsoffers behaagden u niet. Toen heb ik gezegd: “Hier ben ik,” want dit staat in de boekrol over mij geschreven:

“Ik ben gekomen, God, om uw wil te doen.”’ (Hebr. 10:5-7, ook Ps. 40:7-9).

God heeft gewild dat we in zijn aanwezigheid zouden leven. Jezus heeft dat definitief mogelijk gemaakt.

Eerst zegt hij: ‘Offers en gaven hebt u niet verlangd, brand- en reinigingsoffers behaagden u niet’ – daarmee bedoelt hij de offers die volgens de wet worden gebracht. Dan zegt hij: ‘Hier ben ik, ik ben gekomen om uw wil te doen,’ waarmee hij het eerste opheft om het tweede van kracht te doen zijn. Op grond van die wil zijn wij voor eens en altijd geheiligd, door het offer van het lichaam van Jezus Christus (Hebr. 10:8-10).

Jezus heeft ons gekwalificeerd om onze plek bij God in de hemel in te nemen, heilig en volmaakt.

Door deze ene offergave heeft hij hen die zich door hem laten heiligen voorgoed tot volmaaktheid gebracht (Hebr. 10:14).

Blijf er dan ook bij dat je heilig en volmaakt in Gods aanwezigheid mag leven.

We hebben nu een hogepriester die dienstdoet in het huis van God; laten we God dan naderen met een oprecht hart en een vast geloof, nu ons hart gereinigd is, wij van een slecht geweten bevrijd zijn en ons lichaam met zuiver water is gewassen (Hebr. 10:21-22).

Johannes 13:1-30