Houd die oude ik voor dood

Want het bedenken van het vlees is de dood, maar het bedenken van de Geest is leven en vrede.

Romeinen 8:6 (HSV)

Je oude ik (‘je vlees’) kan zomaar weer de kop opsteken. Als die iets hoort wat hem aanspreekt. Hij wil dan opstaan om het heft in handen te nemen. Je kunt horen dat je dit of dat moet doen om Gods gunst te verdienen. Er kan je verteld worden dat je een zondaar bent. Je kunt bang gemaakt worden met straf, pech, vloek. Er kan klinken dat je niet voldoet. Je kunt aangepraat krijgen dat er afstand is tussen God en jou. Je kunt te horen krijgen waaraan je moet voldoen. Er kan een beroep gedaan worden op jouw streven, jouw eigen kracht, om iets te bereiken. Er kan gedreigd worden dat je wel de goede keuzes moet maken. God kan je voorgesteld worden als een rechter, die je blijft wegen. Het zijn leugens waar de nieuwe mens niet naar luistert. De heilige Geest stemt er niet mee in. Je hoeft je niet aangesproken te voelen.

Maar laat je je oude mens wel aanspreken, dan moet je niet gek opkijken als je hem weer tegenkomt. Binnen de kortste keren ga je je weer zorgen maken, jezelf veroordelen, goed je best doen om Gods gunst te verdienen. Helaas zul je vroeg of laat merken dat dit streven vruchteloos is.

Wie op de akker van zijn zondige natuur zaait oogst de dood, maar wie op de akker van de Geest zaait oogst het eeuwige leven (Gal. 6:8).

Let op wie je voeding geeft met wat je hoort. Houd je oude ik voor dood (Rom. 6:11)!

Johannes 15