In de tent van genade

Daarna bracht Isaak Rebekka naar de tent van Sara, zijn moeder. Hij nam haar tot vrouw en ging van haar houden.
Genesis 24:67


Laat je meevoeren in het liefdesverhaal van Isaak en Rebekka. En volg tegelijkertijd de parallel met Jezus en zijn bruid, de gemeente.

Abraham kun je zien als een beeld van God de Vader, de Koning die alles bezit. Isaak is de eniggeboren zoon van de vader, de erfgenaam, zoals Jezus. Maar er is ook een knecht, die er op uit wordt gestuurd om een bruid voor de zoon te halen. Die knecht verwijst naar de helper, de heilige Geest, die uitvoert wat God Hem opdraagt. Zijn naam Eliëzer betekent dan ook ‘helper van God’ (Gen. 15:2).

De knecht bidt om een bruid die opgenomen kan worden in het huis van zijn heer (Gen. 24:12-14, 21). Net zo bidt de heilige Geest voor ons (Rom. 8:15-16, 26-27).

Want die bruid, uit een ver land, is een beeld van de gemeente van Jezus. Kijk eens hoe ze wordt gevraagd. Ze wordt bestempeld als het mooiste meisje en overladen met cadeau’s (Gen. 24:16, 22, 53). Als ze hoort van haar minnaar en diens vader, aarzelt ze geen moment. Geloof zet haar in beweging. Ze volgt de knecht naar haar bruidegom (Gen. 24:58, 61). De knecht brengt haar veilig en wel bij Isaak. Net zo leidt de heilige Geest ons naar Jezus.

Isaak rent Rebekka tegemoet. Hij leidt haar de tent van zijn moeder binnen (Gen. 24:65-67). Sara, zijn moeder, is een beeld van genade (Gal. 4:24-31). Juist daar, op die plek, kan Isaak van haar gaan houden. En precies daar kan zij gaan genieten van zijn liefde.

Net als jij en ik van Jezus, onder Gods genade.