Jezus doet het anders

‘Kijk toch eens, wat een veelvraat, wat een dronkaard, die vriend van tollenaars en zondaars.’
Matteüs 11:19

Johannes de Doper was een priesterzoon, maar al voor zijn geboorte werd bekend dat hij een profeet zou zijn. Hij werd een profeet die zijn haar niet afschoor, geen wijn dronk, in de woestijn bivakkeerde in een kameelharen mantel en daar leefde op een dieet van sprinkhanen en honing.

Johannes was boos op de zonde en vol van Gods oordeel daarover. De mensen waren onder de indruk van zijn boodschap, omdat hij hun wees op hun schuld en hun opriep om te kiezen voor verandering. Hij was daarmee een echte profeet van het oude verbond. De grootste noemde Jezus hem. Maar hij zou ook de laatste zijn.

Jezus zou het heel anders doen. Hij zou gewoon naar de kapper gaan, lekker eten en drinken en in een eigen huis wonen. Zijn boodschap was ook anders. Hij zei van zichzelf: ‘God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door Hem te redden’ (Joh. 3:17).

Als Johannes de Doper vanwege zijn kritische boodschap gevangen zit, laat hij vragen wat Jezus nu eigenlijk komt doen. Jezus antwoordt: ‘Zeg tegen Johannes wat jullie horen en zien: blinden kunnen weer zien en verlamden weer lopen, mensen met huidvraat worden gereinigd en doven kunnen weer horen, doden worden opgewekt en aan armen wordt het goede nieuws bekendgemaakt’ (Mat. 11:4-5).

Jezus maakt in zijn optreden duidelijk dat Hij veel ingrijpender te werk gaat dan iedereen voor Hem. Hij is niet gekomen om ons te waarschuwen voor de zonde, maar om ons te genezen van onze zonde.

Johannes 1:19-34

(Voorpublicatie uit mijn dagboek over het leven van Jezus dat in 2012 verschijnt)