Jezus’ deur staat open

‘Wat zoeken jullie?’

Johannes 1:38

Als Johannes de Doper tot twee keer toe Jezus heeft aangewezen als het lam van God, zijn twee van zijn volgelingen nieuwsgierig geworden. Ze stappen op Jezus af.

‘Wat zoeken jullie?’ vraagt Jezus. De mannen zoeken Hem zelf, daarom vragen ze waar Hij verblijft. Zijn antwoord zal hun leven compleet veranderen.

‘Kom en zie.’

Jezus had blijkbaar een onderkomen in Judea, ergens in de buurt van de Jordaan. Beide mannen zijn daar welkom.

En zij bleven die dag bij Hem (Joh. 1:39).

De eerste vraag die Jezus je stelt is wat je eigenlijk zoekt. Hij is oprecht geïnteresserd in je en wil weten wat er in je leeft. “Wat zoek je?’ Als je hunkert naar genade, dan moet je bij Hem zijn. Zo aantrekkelijk is Hij dan, dat je bij Hem wilt blijven. Jezus zeurt namelijk niet aan je hoofd over je fouten en tekorten. Hij heet je niet welkom onder voorwaarden. Hij zwengelt geen discussie aan om zijn gelijk te krijgen. Hij stelt geen programma op waar je aan moet voldoen. Hij dreigt niet, oordeelt niet, stelt je niet onder kritiek. Hij manupileert niet, luist je er niet in. Hij legt geen enkele druk op je. Zijn deur staat helemaal voor je open, daarom voel je je bij Hem thuis.

Kom maar kijken: zo is Jezus. Kijk maar hoe je hart op Hem reageert. Je ontvangt vrede in zijn bijzijn, bevestiging, hoop, diepe voldoening. Bij Hem kom je thuis.

Johannes 1:35-51

(Uit mijn nieuwe dagboek dat het leven van Jezus volgt en in 2012 verschijnt.)