Jezus en de Vader zijn vóór jou

‘U oordeelt met menselijke maatstaven, maar ik oordeel over niemand.’

Johannes 8:15

De Joodse leiders vechten Jezus’ uitspraak aan dat Hij het licht van de wereld is en dat Hij mensen vrij mag spreken. Maar Jezus beroept zich op zijn Vader. Die staat achter Hem (Joh. 8:12-29).De discussie vindt plaats in de schatkamer van de tempel (Joh. 8:20). Dat is de plek waar het geld wordt ingezameld voor de offerdienst. Maar die dienst voldoet nooit helemaal; er moet altijd opnieuw geofferd worden. Jezus zal echter Gods hemelse schatkamer openen. Daar is altijd genoeg. Hij betaalt namelijk met zijn leven als offer eens voor altijd voor de zonde van de hele wereld. In die schatkamer is dan ook altijd vergeving en zegen beschikbaar.

Op grond van Jezus’ volmaakt volbrachte werk treden Hij en zijn Vader samen op als getuigen die ons vrijpleiten van elke veroordeling.

‘En wanneer ik toch een oordeel vel, is mijn oordeel betrouwbaar, omdat ik niet alleen ben, maar samen met de Vader die mij gezonden heeft’ (Joh. 8:16).

Jezus en de Vader zijn in niets te scheiden van elkaar. Ze willen allebei hetzelfde, doen hetzelfde, zijn en blijven samen hetzelfde. Als Jezus mensen vrijspreekt, toont Hij dan ook daarmee aan wat er in Gods hart leeft. Wie dat niet gelooft weet niet wie God is.

‘U kent noch mij, noch mijn Vader,’ antwoordde Jezus. ‘Als u mij zou kennen, zou u ook mijn Vader kennen’ (Joh. 8:19).

Wie niet in Jezus gelooft, blijft helaas met zijn zonden zitten (Joh. 8:21).

‘Ik heb tegen u gezegd dat u in uw zonden zult sterven, want als u niet gelooft dat ik het ben, zult u inderdaad in uw zonden sterven’ (Joh. 8:24).

Johannes 8