Jezus maakt vrij

‘Dus wanneer de Zoon u vrij zal maken, zult u werkelijk vrij zijn.’

Johannes 8:36

Niet elke waarheid maakt vrij. De naakte waarheid kan je soms juist van elke vrijheid en spontaniteit beroven. Het kan je binden aan schuld, schaamte, angst. Daar kom je ook niet vanaf door je zonden op te biechten. Dat kan misschien even een gevoel van opluchting geven, maar het maakt je niet vrij van de zonde. Integendeel, denk je vrij te worden door op zoek te gaan naar zonde, dan kom je erachter dat je er daardoor juist aan vast blijft zitten.

 

Jezus zegt dan ook niet dat de waarheid je vrij maakt. Hij zegt dat je bij zijn woord moet blijven, zijn vrijspraak om vrij te zijn. Het gaat erom dat je de waarheid kent die Hij over je uitspreekt. Pas dan zul je weten wat vrijheid is.

‘Wanneer u bij mijn woord blijft, bent u werkelijk mijn leerlingen’ (Joh. 8:31).

Leerlingen van Jezus houden vast aan zijn woord van vergeving, van geen veroordeling, van vrijspraak.

‘U zult de waarheid kennen’ (Joh. 8:32).

Ze hebben zich zijn woord eigengemaakt en de waarheid daarvan erkend en nu kennen ze Gods vergeving, nu weten ze dat er in Jezus geen veroordeling is, nu zijn ze uit hun zonden vrijgesproken.

‘En de waarheid zal u bevrijden’ (Joh. 8:31).

Want dat woord, die waarheid, heeft hen vrijgemaakt uit de angst voor veroordeling, voor straf, voor de dood, die hen voorheen als een slaaf aan de zonde bond. Nee, ze zijn nu geen slaaf meer, maar kinderen van God, voor eeuwig thuis bij Hem (Joh. 8:34-36).

Het is die waarheid waarmee Jezus je vrijmaakt. Hij is het zelf.

Johannes 8