Jezus gaat voorop

‘Ga met de ark van het verbond voor het volk uit.’
Jozua 3:6

Het volk staat voor de Jordaan. Dat was toen een forse, woeste rivier. Het water is een flink obstakel om het beloofde land te bereiken. Maar God voorziet.

‘De ark van het verbond met de Heer van de hele aarde gaat immers voor u uit de Jordaan in’ (Joz. 3:11).

Jozua stuurt twaalf priesters met de ark vooruit. Zodra ze met hun voeten de oever van de rivier aanraken, wijkt het water terug. Niet zomaar een beetje, maar helemaal terug naar de stad Adam in het noorden en de Dode Zee in het zuiden. Nu heeft het volk vrije toegang tot het groene, rijke land dat God hen gunt (Joz. 3:15-17).

Zie je hoe hier weer de schaduwbeelden spreken? Het water is een beeld van dreigend oordeel (zoals de zondvloed bij Noach en de Rietzee bij Mozes). Maar zodra de ark daarin geplaatst wordt, moet het oordeel wijken. Want op de ark rust Gods heerlijkheid. En in de ark, onder de genadedeksel, wordt de wet verborgen gehouden. De ark is dan ook een beeld van Jezus. Zijn aanwezigheid neemt het oordeel weg.

Het water moet wijken tot Adam, omdat het werk van Jezus voor alle mensen beschikbaar is. En tot de Dode Zee, omdat het werk van Jezus tot het laatste toe effect zal hebben.

God wil dat je weet dat het werk van Jezus zo’n enorm bereik heeft, dat jij er te allen tijde volop van kunt profiteren. Hij is je vooruit gegaan om je plek in zijn koninkrijk veilig te stellen.