Jezus houdt altijd oogcontact

De Heer draaide zich om en keek Petrus aan.

Lucas 22:61

Petrus en Johannes zijn Jezus op afstand gevolgd. Johannes duwt Petrus de binnenplaats van de hogepriester op. Daar hebben de knechten een vuurtje aangelegd om de ergste nachtkou te verdrijven. Binnen wordt Jezus verhoord. Hij wordt vals beschuldigd, bespot, uitgelachen, in het gezicht gespuugd en geslagen. Buiten mengt Petrus zich in de kring om het vuur. Maar hij wordt herkend als een van Jezus’ volgelingen.

‘Ben jij soms ook een leerling van hem?’ vroegen ze. ‘Nee,’ ontkende Petrus, ‘ik niet’ (Joh. 18:25).

Tot drie keer toe ontkent Petrus dat hij bij Jezus hoort. De laatste keer tegenover een familielid van Malchus, de knecht van de hogepriester die hij het oor afsloeg (Joh. 18:10 en 26).

Weer ontkende Petrus, en meteen kraaide er een haan (Joh. 18:27).

Jezus had eerder op de avond tegen Petrus gezegd dat hij Hem drie keer zou verloochenen (Luc. 22:31-34). Petrus had dat toen stellig ontkend. Nu heeft hij zich aangesloten bij de kring die Jezus veroordeelt. Maar Jezus had ook gezegd dat Hij voor hem zou bidden dat hij het geloof in zijn liefde zou behouden. En Hij voorspelde dat er een haan zou kraaien. Die zou een nieuwe dag aankondigen, een nieuw begin, zoals hanen dat doen. Want Jezus laat Petrus niet los, zelfs niet als zijn discipel Hem ontrouw is. Integendeel, Hij zoekt oogcontact met Petrus, daar op die binnenplaats. (Luc. 22:61).

Maar Petrus voelt zich veroordeeld in zijn veroordeling. Hij huilt bitter (Luc. 22:62). Het zal nog even duren voordat hij begrijpt hoe Jezus werkelijk over hem denkt. Maar er is al een nieuw begin aangekondigd, want de haan heeft gekraaid!

Johannes 18:13-27 Matteüs 26:57-75 Marcus 14:51-72 Lucas 22:54-71