Jezus in heel de Bijbel

‘Brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?’
Lucas 24:32


Jezus loopt met twee wandelaars op naar Emmaüs. Die twee zijn nogal depri, omdat ze hebben gehoord hoe Jezus werd uitgeleverd aan de Romeinen en langs de kant van de weg werd gekruisigd. Een mooie kans voor Jezus om iets recht te zetten.

Maar let eens op hoe Hij dat doet.

Jezus grijpt hen niet bij de kraag: ‘Raad eens wie jullie voor jullie hebben? Tadadada, hier ben Ik, levend en wel!’ Nee, Hij leert hen hoe ze de Schrift moeten lezen.

Daarna verklaarde hij hun wat er in al(!) de Schriften over hem geschreven stond, en hij begon bij Mozes en de profeten (Luc. 24:27).

Bijbellezen is Jezus ontdekken. Sindsdien is dat de manier waarop we heel de Bijbel lezen: Hem tegenkomen, op elke bladzijde, telkens weer. Het gaat niet om geschiedenis, cultuur, wetenschap, normen en waarden, de wet – maar om Hem. Jezus heeft die manier van bijbellezen zelf ingesteld, niet alleen voor de Emmaüsgangers, maar voor al zijn volgelingen, en ook voor ons.

Daarop maakte hij hun verstand ontvankelijk voor het begrijpen van de Schriften (Luc. 24:45).

De hele Bijbel ademt Jezus uit. Alles in Gods boek wijst naar Hem.

De geest der profetie is het getuigenis van Jezus (Op. 19:10, NBG ’51).

Wanneer wordt bijbellezen het beste voedsel voor je ziel? Als je Jezus erin tegenkomt. Waarom dit dagboek, dat bij Genesis begint? Omdat het God te doen is om Jezus en jou, door heel de Bijbel heen.

Telkens als je in de Bijbel openbaring van Jezus krijgt, wekt dat geloof op. Je hart gaat branden, net als bij die twee Emmaüsgangers.