Jij lijkt op Jezus

 

God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken.’
Genesis 1:26


Op wie lijk jij? En op wie zou je willen lijken? Tot drie keer toe hoor je in Genesis 1 dat de mens gemaakt werd naar Gods evenbeeld.

God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem (Gen. 1:27).

God wilde zichzelf terugzien in mensen: zijn glans, zijn karakter, zijn manier van doen. Voor dit plan had Hij Jezus beschikbaar, die van begin af aan de ideale Zoon van God was. Elk mens was speciaal bedoeld en uitgekozen om op Jezus te lijken.

Wie Hij al van tevoren heeft uitgekozen, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om het evenbeeld te worden van zijn Zoon (Rom. 8:29).

Zelf kunnen we dit in geen enkel opzicht waarmaken, dat weten we. God wil dan ook dat we niet in onszelf geloven, maar in Jezus, die onze bestemming waarmaakt. Hij stierf voor de zonde van alle mensen in de hele wereld. Daarom kan Hij ook jou opnemen in Gods gezin.

De Vader, de Zoon en de Geest zijn één in wezen en willen hetzelfde: jou. Alles in God is er op uit om van jou een kind van Hem te maken als Jezus. Luister goed. Jezus is het Woord dat van begin af aan heeft gesproken dat jouw bestemming het evenbeeld van Hemzelf zou zijn. Daarom heeft Hij je bij je naam geroepen. Je vrijgesproken van elke zonde. Om je te laten delen in zijn hemelse kwaliteiten.

Hoor je het goed? Nu al, ja.

‘Wie hij hiertoe heeft bestemd, heeft hij ook geroepen; en wie Hij heeft geroepen, heeft Hij ook vrijgesproken; en wie Hij heeft vrijgesproken, heeft Hij nu al(!) laten delen in zijn luister’ (Rom. 8:30).