Jezus is de ark

Het is God die door Christus de wereld met zich heeft verzoend.
2 Korintiërs 5:19

Alles wat Mozes moet bouwen, spreekt van Jezus. De ark is daar een prachtig voorbeeld van.

Hij is bijvoorbeeld gemaakt van acaciahout, de enige houtsoort die niet vergaat. Dat verwijst naar Jezus als mens (Jes. 53:2). Hij is zonder zonde en onverwoestbaar (1 Petr. 2:22). Aan het kruis werd Hij vastgespijkerd in hout, dat blijft spreken van zijn onschuld, lijden en overwinning.

Het hout van de ark is overtrokken met goud. Er is ook een gouden kroon rondom aangebracht. Dat staat allemaal symbool voor het feit dat Jezus als mens ook God is (Joh. 1:1, Filip. 2:6-11).

Op de ark ligt de genadedeksel van massief goud. Dat spreekt van de goddelijke kwaliteit van Jezus en zijn genade. Daaronder liggen drie dingen. De wet, die de overtredingen aan de kaak stelt (Deut. 10:1-5). Een gouden kruik met manna, die herinnert aan het geklaag en het ongeloof in Gods voorziening (Ex. 16:33). En de staf van Aäron, die verwijst naar de rebellie tegen het leiderschap (Num. 17:25). Alle drie liggen ze onder de genadedeksel opgeborgen, zodat ze niet meer tegen het volk kunnen getuigen.

Want Jezus heeft een definitief einde aan hun invloed gemaakt. Hij heeft zelf de wet vervuld (Mat. 5:17).

Zoals de ark God onder de mensen bracht, zo brengt Jezus God dichtbij. En zoals de ark Gods troon vertegenwoordigde, zo belichaamt Jezus Gods heerschappij. Jezus oefent zijn heerschappij uit vanuit genade (Ef. 1:20-23). Dankzij Hem mag je altijd weer zonder terughoudendheid voor Gods genadetroon komen.

Laten we dus zonder schroom naderen tot de troon van de Genadige, waar we telkens als we hulp nodig hebben barmhartigheid en genade vinden (Hebr. 4:16).

Tip – Juist als je gefaald hebt moet je bij God zijn!