Jezus is Gods liefde en ontferming

‘Ik zal je voorgoed tot mijn vrouw maken, ik zal je hecht aan mij verbinden, door liefde en ontferming.’
Hosea 2:21

De profeet Hosea moet Gomer trouwen, een overspelige vrouw (Hos. 1:2). Ze krijgen kinderen, die lijden onder de ontrouw van hun moeder.

Hosea brengt met zijn situatie onder woorden hoe God zich verzet tegen het gedrag van zijn geliefde. God brengt de wet in stelling.

‘Klaag jullie moeder aan! Klaag haar aan, want zij is mijn vrouw niet meer en ik ben haar man niet meer (…) Daarom zal ik haar met een doornhaag de weg versperren, met een muur zal ik haar insluiten, zodat ze niet meer op pad kan gaan’ (Hos. 2:4,8).

Toch brengt die inperking geen verandering.

‘Maar mij vergat ze, spreekt de HEER’ (Hos. 2:15).

Wat is er dan nodig? Haar man zal tot haar hart moeten spreken. En dat gebeurt.

‘Daarom zal ik haar meelokken naar de woestijn en dan tot haar hart spreken. Daar zal ik haar wijngaarden aan haar teruggeven, het Achordal (‘dal van ongeluk’) maak ik tot een poort van hoop’ (Hos. 2:17).

Hoor je hoe God hier herstel aankondigt? Hij zal dus het hart aanspreken. Daar zal de verandering plaatsvinden. Jezus bereikt ons hart met zijn woord van genade. Dat maakt nieuwe mensen van ons, vol van Gods liefde. Jezus is ook die poort van hoop. Hij leidt ons uit ons ongeluk, uit ons onvermogen om God trouw te zijn, naar de plek waar we thuishoren.

‘Ik zal je voorgoed tot mijn vrouw maken, ik zal je hecht aan mij verbinden, door liefde en ontferming. Mijn vrouw zul je zijn, want ik beloof je trouw, en jij zult de HEER toegewijd zijn’ (Hos. 2:21-22).