Jezus maakt Gods naam waar

Wie uw naam beminnen juichen u toe!

Psalm 5:12

God heeft zijn naam op twaalf specifieke manieren in de bijbelse geschiedenis geopenbaard. En al die openbaringen wijzen naar Jezus (Joh. 17:5).

Jahweh Elohim – Ik ben God. Bij de schepping van de mens (Gen. 2:4).

Jahweh Jireh – Ik ben er om te voorzien. Als Abraham zijn zoon de berg op brengt (Gen. 22:14).

Jahweh Rafa – Ik ben je heelmeester. Als bitter water wordt gezuiverd door hout (Ex. 15:26).

Jahweh Nissi – Ik ben je banier. Na de overwinning op Amalek, die voor eeuwig wordt vastgelegd (Ex. 17:15).

Jahweh Kadesh – Ik ben het die je heligt. Als God heilige mensen vraagt (Lev. 20:8).

Jahweh Shalom – Ik ben je vrede. Als Gideon veiligheid en voorspoed voor zichzelf en zijn volk krijgt aangereikt (Recht. 6:24).

Jahweh Raäh – Ik ben je herder. Als David God als zijn opperherder bezingt (Ps. 23:1).

Jahweh Tsevaot – Ik ben de Heer van de hemelse legers. Als David God erkent als de koning van hemel en aarde die voor mensen opkomt (Ps. 24:10).

Jahweh Bekirbenoe – Ik ben in jullie midden. Als Jeremia roept naar God in een tijd van grote ellende (Jer. 14:9).

Jahweh Tsidkenoe – Ik ben jouw gerechtigheid. Als Jeremia Gods woord voorop stelt als betrouwbaar en waar (Jer. 23:6).

Jahweh Shamma – Ik ben daar. Als Ezechiël een stad vol hemelburgers ziet waar God woont (Ez. 48:35).

Jahweh Jeshua – Ben Ik. Als Jezus naar zichzelf wijst wanneer Hij Gods naam noemt en ons leert dat we Vader, Abba, Pappa mogen zeggen (Joh. 13:19).

Johannes 13:31-38