Jezus’ macht is jouw macht

Ten slotte, zoek uw kracht in de Heer, in de kracht van zijn macht.

Efeziërs 6:10

De Joden besluiten Jezus uit te leveren aan de Romeinen. Israël is nog niet eens zo lang een vrij land als het door de Romeinen wordt bezet. De revolutie van de Makkabeeën was in 138 voor Christus, de Romeinen bezetten het land in 63 voor Christus. De Romeinse generaal Pompeï richt een slachting aan en dringt de tempel binnen. Als hij later wordt vermoord, krijgt Julius Caesar de alleenheerschappij over het Romeinse Rijk. Bij de geboorte van Jezus is Augustus inmiddels keizer. Vanaf 14 na Christus is dat Tiberius.

De Romeinen veroveren alle landen rond de Middellandse Zee. Ze nemen daarmee de wereldheerschappij over van de Grieken, die dat weer hadden veroverd op de Perzen, die dat weer hadden veroverd op de Babyloniërs, die dat weer hadden veroverd op de Assyriërs. Machthebbers komen en gaan, maar Jezus’ macht blijft eeuwig bestaan.

In het Romeinse leger was een duidelijke gezagsverhouding. Je had de tribuun (de meerdere). Dan de centurion (die stond onder gezag van de tribuun en had gezag over honderd soldaten). En dan de soldaten (die weer onder gezag stonden van de tribuun en de centurion).

Ook in Gods koninkrijk zijn duidelijke machtsverhoudingen. De Bijbel zegt dat we niet te strijden hebben tegen mensen van vlees en bloed, maar tegen de machten in de hemelsferen. We doen dat door te rusten in de sterkte van Jezus’ macht (Ef. 6:10-18). We hebben daarvoor de positie van Jezus gekregen.

God is de Allerhoogste. Jezus staat onder gezag van God en heeft gezag over alle overheden en machten, net als jij en ik. Alle overheden en machten staan onder gezag van God, van Jezus en van jou en mij.

Johannes 18:28-40 Matteüs 27:1-26 Marcus 15:1-15 Lucas 23:1-25