Jezus vermenigvuldigt zijn lichaam

Maakt het brood dat wij breken ons niet één met het lichaam van Christus?

1 Korintiërs 10:16

Jezus is gestorven, de lucht klaart op. De gekruisigden moeten nu snel van het kruis gehaald worden, voordat de extra sabbat van de Pesachweek begint (Deut. 21:22-23). Omdat de twee misdadigers links en rechts van Jezus nog in leven zijn, breekt een soldaat hun de botten. Hij gebruikt daar een knots voor (de ‘crurifragium’). Vanwege zijn snelle dood is dat bij Jezus niet nodig. Een soldaat stoot een speer onder zijn ribbenkast. Er vloeit water en bloed uit de wond, een uitvloeisel van zijn gebroken hart.

Jezus’ botten worden niet gebroken. Hij sterft als een compleet lam (Ex. 12:46, Num. 9:12, Ps. 34:21). Waarom schrijft Paulus dan toch dat het lichaam van Jezus gebroken werd?

En nadat Hij gedankt had, brak Hij het en zei: ‘Neem, eet, dit is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt’ (1 Kor. 11:24, HSV).

Jezus’ lichaam wordt gebroken omdat Hij het uitdeelt. Net zoals het ene brood in Galilea zich in Jezus’ handen vermenigvuldigde (Marc. 8:19-20), zo vermenigvuldigt Hij zijn lichaam om aan ons door te geven. Met het eten van het brood tijdens het avondmaal nemen we allemaal een voor een Jezus’ lichaam tot ons. Zo verbinden we ons met Hem. Ons oude leven is met Hem gestorven, ons nieuwe leven met Hem opgestaan. We eten de kwaliteiten van Jezus, om in dat nieuwe leven te wandelen!

Johannes 19:31-42 Matteüs 27:51-66 Marcus 15:38-47 Lucas 23:47-55