Jezusbewustzijn

Ik zal hun wandaden vergeven en aan hun zonden zal ik niet meer denken.
Hebreeën 8:12


Beheerst de zonde ons bewustzijn – of Jezus? Het oude verbond zegt dat geen wetsovertreder voor God kan bestaan. Maar God heeft met de komst van Jezus radicaal en rigoureus ingegrepen.

‘Ik zal hun zonden vergeven en nooit meer denken aan wat ze hebben misdaan,’ lezen we al in Jeremia 31:34.

In de Hebreeënbrief wordt deze profetie over het nieuwe verbond meerdere keren aangehaald. Er worden duidelijke conclusies over ons geweten aan verbonden. ‘Hoeveel te meer zal dan niet het bloed van Christus ons geweten reinigen van daden die tot de dood leiden, en het heiligen voor de dienst aan de levende God’ (Heb. 9:14).

Sommige mensen blijven maar tobben over hun zonden. Ze veroordelen zichzelf. Maar waar is dat goed voor, als God er toch niet meer aan denkt? Satan wil ons onze zonden inpeperen, zodat we gaan geloven dat we niks waard zijn, maar Jezus wil ons juist reinigen van schuldbesef, schaamte en angst, zodat we met de zonde kunnen afrekenen.

Daarom klinkt in Hebreeën deze aanmoediging: ‘Laten we God dan naderen met een oprecht hart en een vast geloof, nu ons hart gereinigd is, wij van een slecht geweten bevrijd zijn en ons lichaam met zuiver water is gewasssen’ (Heb. 10:22).

Als God niet aan onze zonden denkt, moeten wij dat ook niet doen. We concentreren ons liever op Jezus. Zondebewustzijn maakt geen andere mensen van ons, Jezusbewustzijn wel.