Jij bent die schat, die parel

Hij die werd prijsgegeven om onze zonden en werd opgewekt omwille van onze rechtvaardiging.

Romeinen 4:25

En dan nu twee geweldige gelijkenissen over de ruil. Stel je een boerenknecht voor, zo’n echte plattelander. Hij stuit met zijn schep op een geweldige schat. ‘Help! Hoe kan die van mij blijven?’ schiet het door hem heen. Let op zijn boerenslimheid. ‘Weet je wat’, denkt hij, ‘dan verkoop ik alles wat ik heb en koop ik dat stuk land. Heb ik die schat mooi te pakken!’ (Mat. 13:44).

Of als je meer een stadsmens bent, hier een voorbeeld voor jou. Er is een zakenman die op een van zijn zakenreizen de prachtigste parel vindt. Uitzonderlijk waardevol. Die koopt hij! Maar dan moet hij wel alles verkopen wat hij bezit, zonder reserves achter te houden. Geen probleem – hij heeft werkelijk alles over voor die ene parel (Mat. 13:45).

Zo is het met Gods koninkrijk, zegt Jezus. Jazeker! Want die schat, dat ben jij. En die parel ook. Zo kostbaar ben jij voor God, dat Hij er alles voor over had om jou te bemachtigen. Hij gaf alles wat Hij had. Hij heeft Jezus geruild – voor jou.

Dankzij die ruil ben jij Gods gerechtigheid in Jezus (2 Kor. 5:21). Je bent in Gods ogen een schat, een parel van Jezus’ kwaliteit!

Maarten Luther schreef in 1520 een boek over ‘de vrolijke ruil’. Dat zou hier en daar een behoorlijke reformatie teweegbrengen. Maar ik verzeker je: dat is nog niets in vergelijking met wat wij gaan meemaken, nu Gods radicale genade compleet zichtbaar wordt in de hele wereld en zijn Geest zijn hartstochtelijke liefde voor zijn kerk bevestigt.

Matteüs 13 Marcus 4:1-34 Lucas 8:4-18