Jouw beloning

 

U weet dat u van de Heer een erfenis als beloning zult ontvangen.

Kolossenzen 3:24

Jezus is zo ongelofelijk gul. Waar je Hem ook ontmoet, telkens komt Hij met een beloning. Hij heeft dat al voorzegd voordat Hij zou verschijnen in heerlijkheid, na zijn ontluisterende dood. Hij zou opstaan om ons te belonen.

 

 

‘Wanneer de Mensenzoon komt, in gezelschap van zijn engelen en bekleed met de stralende luister van zijn Vader, dan zal hij iedereen naar zijn daden belonen’ (Mat. 16:27).

Letterlijk staat hier dat Hij iedereen naar zijn daad (enkelvoud) zal belonen. Want het gaat hier niet om al jouw werken, maar om een enkele daad. Op welke daad reageert Hij dan om jou te belonen? Dat heeft Hij al eerder gezegd. Het gaat om jouw geloof.

‘Dit moet u voor God doen: geloven in hem die hij gezonden heeft’ (Joh. 6:29).

Jezus’ genade is onverdiende gunst: Hij beloont je niet omdat je ervoor hebt gewerkt, maar omdat je erop vertrouwt. Hij kan je belonen omdat je in Hem gelooft, in zijn goedheid, zijn vrijgevigheid, zijn genade (Rom. 4:2-5, 23-25).

Wat is die beloning dan? Het is Jezus zelf. Je wordt bekleed met dezelfde luister, dezelfde kwaliteit, dezelfde waardigheid.

Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus. Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed (Gal. 3:26-27).

Het is typisch Jezus dat Hij je wil belonen voor iets wat jij niet hebt gedaan. Hij heeft het gedaan, maar jij krijgt de beloning!

Matteüs 16:21-28