Jozua, de volgende leider

‘Hij is een man die geestkracht bezit.’

Numeri 27:18

Tien verspieders geloven niet in Gods beoften. Maar twee geloven wel degelijk dat God hen het beloofde land zal schenken. Ze zullen er dan ook allebei komen en er van genieten. Jozua en Kaleb (Num. 14:30).

Jozua is een opmerkelijk man. Hij is degene die de overwinning op Amalek opeist, terwijl Mozes zijn handen omhooghoudt (Ex. 17:13). Hij beklimt ook met Mozes de berg, zonder dat hij door Gods vuur getroffen wordt (Ex. 24:13). En hij is onafgebroken in de ontmoetingstent waar Mozes met God praat (Ex. 33:11). Zo krijgt hij mee wat Mozes van God weet. Dat God voor hem zal strijden. Dat God niet veroordeelt. En dat je intiem met Hem kunt omgaan. Jozua is dan ook vol van Gods Geest (Num. 27:18).

Hier zie je hoe leiderschap wordt overgedragen. Jozua wordt immers de opvolger van Mozes, de leider die een nieuwe generatie het beloofde land binnenbrengt. Zijn naam was eerst Hosea (‘hulp’), maar als Mozes zijn geloofsmoed ziet, geeft hij hem de naam Jozua (Num. 13:16). Hij wordt getypeerd als een goede herder (Num. 27:16-20).

Jozua stamt af van Efraïm, de jongste zoon van Jozef. Die kreeg de zegen vóór de oudste, toen zijn opa Jakob zijn handen kruislings op de hoofden van Efraïm en Manasse legde (Gen. 48:17-20). Met dat kruisteken verwijst Efraïm naar Jezus.

‘Is Efraïm niet mijn geliefde zoon, is hij niet mijn oogappel?’ (Jer. 31:20).

Ook Efraïms nakomeling Jozua verwijst naar Jezus. Hun namen zijn identiek: Jezus, Jehoshua, Jozua – wat betekent: God redt.

Wat kun je nieuwe generaties beter wensen dan jonge leiders die vol zijn van Jezus?