Kinderen van God versus kinderen van Satan

‘Als God uw Vader was,’ zei Jezus tegen hen, ‘zou u mij liefhebben.’

Johannes 8:42

Het zaad van de vrouw zou de kop van de slang vermorzelen (Gen. 3:15). Dat zaad is Jezus – en wij in Hem. De slang is Satan. Maar wie is het zaad van Satan? Jezus zegt dat het de mensen zijn die de wet in stand willen houden, zodat ze anderen kunnen beschuldigen van zonde. Terwijl Jezus de zonden van de mensen heeft vergeven en ze buiten elke veroordeling plaatst, proberen wettische mensen iedereen juist weer onder veroordeling te brengen. Zo beroven ze anderen van het leven dat Jezus wil geven.

‘Uw vader is de duivel, en u doet maar al te graag wat de duivel wil. Hij is vanaf het begin een moordenaar geweest’ (Joh. 8:44).

De waarheid die Jezus heeft gebracht wordt door de kinderen van Satan weersproken: dat je zonden zijn vergeven en je nu in alle rust en vrij van elke schuld, schaamte en angst voor veroordeling mag leven als mensen van hemelse kwaliteit.

‘Hij hoort niet bij de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt, spreekt hij zoals hij is: een aartsleugenaar, de vader van de leugen.’ (Joh. 8:44).

Mensen die de wet hanteren doen dat om anderen van zonde te beschuldigen, terwijl Jezus de zonde juist heeft weggenomen, omdat Hij als enige zonder zonde is. Maar zelfs Hij wordt met beschuldigingen aangevallen.

‘Kan een van u mij van zonde beschuldigen? Als ik de waarheid spreek, waarom gelooft u me dan niet?’ (Joh. 8:45).

Kinderen van God hebben Jezus lief en geloven dan ook in zijn volmaakt volbrachte werk.

Johannes 8