Kinderen van het licht

Ga de weg van de kinderen van het licht.
Efeziërs 5:8b


God is licht, lezen we (1 Joh. 1:5). Hij woont in een ontoegankelijk licht (1 Tim. 6:16). Er is totaal geen duisternis bij Hem (Jak. 1:17). Jezus heeft dat licht in de wereld gebracht. Hij verschaft ons toegang tot Gods licht. Volgelingen van Jezus worden in de Bijbel kinderen van het licht genoemd.

‘Want u bent allen kinderen van het licht en van de dag’(1 Tes. 5:5).

God is licht – wij zijn dankzij Jezus zijn kinderen geworden. Dat is onze positie. Daarom leven we in het licht en gedragen we ons als mensen die in dat licht leven. Dat is de praktijk. ‘Eens was u duisternis maar nu bent u licht, door uw bestaan in de Heer’, schrijft Paulus over onze positie. Dat wil hij in de praktijk terugzien: ‘ga de weg van de kinderen van het licht’ (Ef. 5:8).

Wie Jezus volgt gaat de weg van het licht. Wat doet Gods licht in ons leven? Dat staat er ook: ‘Het licht brengt goedheid voort en gerechtigheid en waarheid’ (Ef. 5:9).

Het licht brengt goedheid in ons leven: Gods overvloedige genade, zijn onverdiende gunst. Het brengt ook gerechtheid: we mogen recht voor God staan en Hem recht in de ogen kijken, want Hij heeft ons daarvoor goedgekeurd. En het brengt waarheid: dat we dankzij Gods genade afgescheiden zijn van de duisternis. We hebben Gods goedheid, gerechtigheid en waarheid ontvangen, die dragen we dan ook uit.

Gods licht verandert je leven. Je mag je duisternis in dat licht brengen: er is geen veroordeling meer. Als je in dat licht blijft wandelen, ga je vanzelf vruchten van het licht voortbrengen: goedheid, gerechtigheid, waarheid, die anderen weer zicht geven op hetzelfde licht.

Kinderen van het licht ontvangen Gods licht en stralen dat licht uit (Mat. 5:14)!