Laat het stromen

‘Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft.’
Johannes 7:38

Het is druk op het tempelplein. Iedereen kijkt toe hoe de hogepriester met een gouden schaal water aan komt lopen, gevolgd door een optocht van muzikanten. Hij loopt om het brandofferaltaar heen en stort het water langs de zijkant uit. Het water stroomt westwaarts de tempelbeek in.

Al eeuwenlang viert Israël tijdens het Loofhuttenfeest dat God het volk in de woestijn water gaf uit de rots. Jezus kijkt ook naar dit spektakel. Dan springt Hij op en begint te roepen.

‘Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken! “Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft,” zo zegt de Schrift’ (Joh. 7:37-38).

De Bijbel profeteert inderdaad in allerlei beelden over dat stromende water.

Vol vreugde zullen jullie water putten uit de bron van de redding (Jes. 12:3).

En ook dat het hier over de heilige Geest gaat, die beschikbaar zal komen als Gods volk gereinigd wordt van de zonde.

Ik zal water uitgieten op dorstige grond, waterstromen over het droge land. Ik zal mijn Geest uitgieten over je nazaten en mijn zegen over je telgen (Jes. 44:3).

Want daar heeft Jezus het over als Hij iedereen uitnodigt om te komen drinken.

Hiermee doelde hij op de Geest die zij die in hem geloofden zouden ontvangen (Joh. 7:39).

In het bijbelboek Handelingen wordt beschreven wat er dan naar buiten stroomt. De taal van de Geest die mensen opbouwt (klanktaal). Woorden die namens God worden uitgesproken (profetie, wijsheid, kennis). Daadkracht (geloof, genezingen, wonderen). Dat stroomt naar buiten vanuit een veranderd hart, vol liefde (Gal. 5:22-23).

Jezus maakt je vol van Gods Geest. Die verfrist jezelf en bouwt anderen op. Als Hij kan blijven stromen.