Laat je verzorgen

‘Hij ging naar de gewonde man toe, goot olie en wijn over zijn wonden en verbond ze.’

Lucas 10:34

Verplaats je eens in het verhaal van de Samaritaan (Luc. 10:25-37). Denk je eens in dat jij het slachtoffer bent en Jezus de Samaritaan.
Je ligt langs de kant van de weg. Je werd onaangenaam verrast, lelijk aangevallen, verwond, beroofd, uitgekleed, weggesmeten. Was het je eigen schuld? Moet je je nu schamen? Je wordt verlamd door angst. Je zoekt hulp. Kijkt om je heen. Maar mensen en instanties stellen teleur. Er is niemand die in jouw behoeften voorziet.

Dan buigt Jezus zich over je heen. Plotseling is Hij daar. Voordat je goed en wel beseft wat Hij komt doen is Hij al uit zijn rijkdom en heerlijkheid gestapt. Hij giet zijn wijn over je uit – zijn bloed, zijn vergeving. Daarmee wast Hij het vuil uit je wonden, de teleurstelling, bitterheid, pijn, zodat je kunt genezen. Hij zalft je ook met olie – met zijn Geest, die je weer zacht en aantrekkelijk zal maken. Hij tilt je op uit het stof – uit de veroordeling. Voel eens hoe sterk zijn armen zijn, hoe resoluut zijn hulp. Hij zet je op zijn ezel – zijn waardigheid, zijn zegen, waarmee je in beweging komt, de goede kant op wordt gebracht, richting nieuwe hoop en zekerheid. Vervolgens brengt Hij je naar de herberg – de beschutting van de gemeente, waar Hij voor je kan zorgen en elke schaamte en angst van je af kan nemen. Hier klinkt geen enkele veroordeling. Integendeel, hier garandeert Hij je juist een veilig en schuldenvrij bestaan.

Zo herstelt de barmhartige Samaritaan je volledig.

En kijk: nu stap jij op die ezel …

Johannes 13:31-38