Leugens ontmaskerd

‘U hebt hen aan mij gegeven. Ze hebben uw woord bewaard.’

Johannes 17:6

Jezus wordt door Gods Geest de meest moeilijke omstandigheden ingeleid. De onbewoonde wildernis in, waar de bergen je elk uitzicht benemen en de hitte en droogte elk leven onmogelijk maken. Daar verblijft hij, veertig dagen en nachten.

Hij wordt daar op de proef gesteld, zegt de Bijbel (Mat. 4:1-3). Omdat God het nodig vindt om te weten wat er in Hem zit? Nee, God had zijn liefde voor Hem al duidelijk uitgesproken. Om zichzelf te testen? Nee, Hij had al genoeg bevestiging ontvangen bij zijn doop. Om door de duivel verzocht te worden, lezen we. Jezus gaat de confrontatie met Satan aan om hem te ontmaskeren – voor ons.

Kijk maar mee. Waar is Satan op uit? Wat wil hij als eerste roven? Het besef dat jij geliefd bent. ‘Als jij de Zoon van God bent,’ lispelt hij tegen Jezus. Niet de geliefde Zoon van God, zoals de stem uit de hemel bij Jezus’ doop had geklonken (Mat. 3:17). Geliefd, dat laat Satan weg.

Niet geliefd? Als daarover twijfel gezaaid wordt kun je er zeker van zijn dat die niet van God komt, maar van de duivel. Er is er één die je daarover met verbeten ernst aan het twijfelen wil brengen – en met hem willen we niks te maken hebben. Niet geliefd, niet uitgekozen, niet vergeven, niet gerechtvaardigd, niet volmaakt verklaard, niet vol van Gods Geest? Wat een smerige leugens! Misschien wel, maar dan moet je daaar wel goed je best voor doen? Schoftige praatjes! Bewijs het maar eens? Gezeik!

Jezus legt Satans misselijke kronkelpraatjes meteen het zwijgen op. Hoe? Door er niet op in te gaan, maar zich op Gods woord te richten.

Matteüs 4:1-11 Marcus 1:12-13 Lucas 4:1-13

(Uit mijn nieuwe dagboek dat het leven van Jezus volgt en in 2012 verschijnt.)