Liefde – Alle geliefden van de Heer

Maar voor u, broeders en zusters, geliefden van de Heer, moeten wij God altijd danken.
2 Tessalonicenzen 2:13

Wat hebben Barnabas, Paulus, Epenetus, Ampliatus, Stachys, Persis, Tychikus, Epafras, Onesimus, Lucas, Timoteüs, Filemon en Gajus met elkaar gemeen? Behalve dat het allemaal leden zijn van de allereerste kerkgemeenschappen, dat ze in de boeken van het Nieuwe Testament één voor één geliefden worden genoemd.
In de eerste kerken kreeg je te horen hoe geliefd je was!
Zelfs als Paulus in zijn brieven een bepaalde kerk terecht moest wijzen vanwege wantoestanden, begon hij nog met de lezers eerst aan te spreken als geliefde broeders en zusters. Want Gods genade stond voorop. God zal altijd van jullie houden, dus ik ook, schreef Paulus.

Ik schrijf dit alles niet om u te beschamen, maar om u als mijn geliefde kinderen terecht te wijzen (1 Korintiërs 4:14).

In een andere brief legt Paulus uit hoe het toch eigenlijk kan dat we altijd geliefd zijn.

Hij heeft ons voorbestemd om als Zijn kinderen aangenomen te worden, door Jezus Christus, in Zichzelf, overeenkomstig het welbehagen van Zijn wil, tot lof van de heerlijkheid van Zijn genade, waarmee Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde (Efeziërs 1:5-6, HSV).

Jij bent in Jezus geplaats, omdat het altijd al Gods bedoeling was dat je zijn kind zou zijn. Daardoor ben je in Jezus begenadigd. Zeer begunstigd is dat, met alle voordelen die een kind van God de Vader heeft. Zo geliefd ben jij, net als al die andere geliefde kinderen van God door alle eeuwen heen!

Wink – God haalt zijn liefde voor jou uit wat Hij van je vindt, niet uit wat jij van jezelf vindt.