Liefde wekt geloof op

‘Vader, vergeef het hun.’
Lucas 23:34

Hoor je dat God van je houdt, dan wekt dat geloof op. Je ontvangt door die woorden geloof dat Hij je wil redden en zegenen. Maar sluit je je hart voor zijn liefde af, dan ontvang je ook geen geloof.

Dat zie je gebeuren bij de twee misdadigers die aan weerskanten van Jezus aan een kruis hangen. Ze horen allebei wat Jezus zegt zodra Hij vastgespijkerd en omhoog gehesen is.

Jezus zei: ‘Vader, vergeef hun’ (Luc. 23:34).

Hoor je het? Hier klinkt louter liefde. Pure genade. Jezus vraagt hier om vergeving voor de zonden van alle mensen over de hele wereld, omdat Hij voor hen allemaal zal sterven. In de uren die volgen zal God de Vader dat gebed van zijn Zoon dan ook compleet verhoren.

Daar op die heuvel buiten de stadsmuur vangen beide misdadigers deze liefdevolle woorden op. Maar één sluit zich ervan af.

Een van de gekruisigde misdadigers zei spottend tegen hem: ‘Jij bent toch de messias? Red jezelf dan en ons erbij!’ (Luc. 23:39).

De ander is door Jezus’ woorden getroffen. Hij weert de bitterheid van zijn collega af, want hij is geraakt door Jezus’ liefde.  

Maar de ander wees hem terecht met de woorden: ‘Heb jij dan zelfs geen ontzag voor God nu je dezelfde straf ondergaat? Wij hebben onze straf verdiend en worden beloond naar onze daden. Maar die man heeft niets onwettigs gedaan.’ En hij zei: ‘Jezus, denk aan mij wanneer u in uw koninkrijk komt’ (Luc. 23:40-42).

De woorden op Jezus’ lippen over vergeving wekken geloof op bij de tweede misdadiger. Daarom vraagt hij Jezus om genade. En die vraag wordt direct door Jezus beantwoord, ruimhartig en groots.

Jezus antwoordde: ‘Ik verzeker je: nog vandaag zul je met mij in het paradijs zijn’ (Luc. 23:43).