Lijden omwille van Jezus

Aan u is de genade geschonken niet alleen in Christus te geloven, maar ook omwille van hem te lijden.
Filippenzen 1:29


Het klinkt bizar, maar je kunt lijden voor je getuigenis en daarmee nog meer recht van spreken krijgen.

Paulus kreeg te horen hoeveel hij zou lijden omwille van Jezus’ naam (Han. 9:16).

En daar ging hij: hij leed drie keer schipbreuk, lag een keer twaalf uur in volle zee, werd drie keer met de roede gegeseld, onderging vijf keer de veertig-min-één slagen. Paulus was in gevaar door rivieren, rovers, samenzweringen van volksgenoten, valse broeders, in de woestijn, in de stad, op zee, onderweg. Hij was in gevecht met wilde dieren, leed honger, dorst, kou, naaktheid en had nachten zonder slaap. Hij was in oproeren, gevangenschappen, kwaad gerucht, stond voor de hoge raad, voor stadhouders en koningen en had ook nog de zorg voor reisgenoten en gemeenten.

Paulus wist wat lijden voor Jezus was. Hij wist ook dat hij bovennatuurlijke kracht kreeg om dit lijden te doorstaan en dat maakte zijn getuigenis alleen maar sterker.

We zijn dan wel geen Paulus, maar ons getuigenis kan ook weerstand oproepen. Wees er blij mee, want ook dat is genade. Je ziet dan hoe Gods onverdiende gunst in barre omstandigheden toeneemt.

Als Paulus al die ellende heeft doorgemaakt, kan hij zeggen: ‘Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus? Tegenspoed, ellende of vervolging, honger of armoede, gevaar of het zwaard?’ (Rom. 8:35).