Lotgenoot onder lotgenoten

Hier sta ik met de kinderen die God mij gegeven heeft.
Hebreeën 2:13b


God verlangt ernaar dat iemand op de bres zal springen voor zijn of haar gelijken. Hij zoekt naar mensen die zich gelijkstellen met hun medemensen en voor hen instaan. Dat is de liefde die Hij zoekt.

Het is deze liefde die tot uitdrukking kwam in Jezus. Hij nam vlees en bloed aan voor vlees en bloed. ‘Omdat die kinderen mensen zijn van vlees en bloed, is de Zoon een mens geworden als zij’ (Heb. 2:14a).

Jezus is een mens onder de mensen geworden om zijn gelijken te kunnen redden: ‘om door zijn dood definitief af te rekenen met de heerser over de dood, de duivel, en zo allen te bevrijden die slaaf waren van hun levenslange angst voor de dood’ (Heb. 2:14b-15).

Hij moest onze lotgenoot zijn, om op een eerlijke manier voor ons op de bres te kunnen staan. ‘Daarom moest hij in alles gelijk worden aan zijn broeders en zusters; alleen dan zou hij in aangelegenheden tussen God en zijn volk een barmhartige en betrouwbare hogepriester zijn, die verzoening bewerkt voor hun zonden’ (Heb. 2:17).

Jezus heeft recht van spreken als Hij met Gods kinderen voor Gods troon verschijnt. Hij is één van ons geworden, om ons lot definitief te veranderen. ‘We zien dat Jezus – die voor korte tijd lager dan de engelen geplaatst was opdat zijn dood door Gods genade iedereen ten goede zou komen – vanwege zijn lijden en dood nu met eer en luister gekroond is (…) om vele kinderen te laten delen in zijn luister’ (Heb. 2:9-10a).

Die genade zoekt een weg naar anderen – via jou. God heeft jou uitgekozen om net zo’n lotgenoot voor lotgenoten te zijn.

Tip – Kijk om je heen: allemaal lotgenoten!