Vol meeleven

Door de troost die wijzelf van God ontvangen, kunnen we anderen in al hun ellende moed geven.
2 Korintiërs 1:4b


Kijk eens hoe goed God is. Zelfs onze problemen zijn materiaal voor zijn goedheid. De rijkdom van Gods genade verdiept zich in onze ellende. We ontdekken dat niets voor niets is, zelfs onze problemen niet. God vermenigvuldigt zijn genade in onze moeilijkheden: we worden zelf getroost en kunnen daardoor anderen troosten (2 Kor. 1:2-7).

‘Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus … de God die ons altijd troost, en ons in al onze ellende moed geeft, zodat wij door de troost die wijzelf van God ontvangen, anderen in al hun ellende moed kunnen geven’ (2 Kor. 1:3-4).

Genade leert ons om van onze eigen problemen af te zien. We gaan met anderen meeleven. ‘Wees blij met wie zich verblijdt, heb verdriet met wie verdriet heeft’ (Rom. 12:15). We leren een belangrijk principe: wie meeleeft ziet de vreugde toenemen en het verdriet slinken.

Wanneer heb je voor het laatst intens met iemand meegeleefd? Deel je in de vreugde van iemand anders, dan wordt die vermenigvuldigd. Deel je in het verdriet van de ander, dan wordt dat verminderd.

Zeg met Paulus (2 Kor. 1:3): “Geprezen zij de Vader, die zich over ons ontfermt!”