Wie is er een naaste geworden?

Doet u dan voortaan net zo.
Lucas 10:37


Een man reist van Jeruzalem naar Jericho. Dat is een steile afdaling door ruige, kale bergen, waar rovers huishouden. En ja hoor, de man wordt kort en klein geslagen en van alles beroofd. Naakt en halfdood blijft hij liggen.

Een priester komt langs, doet niks. Een Leviet loopt ook met een boog om hem heen. Beiden hebben geleerd om voor mensen in te staan, om godsdienstige redenen – maar natuurlijk nooit zomaar, spontaan, onderweg.

Een Samaritaan, zo’n buitenlander, stapt wel van z’n rijdier. ‘Hij kreeg medelijden toen hij hem zag liggen,’ vertelt Jezus. De Samaritaan reinigt en verbindt z’n wonden, brengt hem naar een nachtverblijf en betaalt voor hem.

Hier zie je genade in actie. Iemand die ongevraagd instaat voor de ander. Onverdiende gunst komt beschikbaar, omdat iemand zich vereenzelvigt met zijn gelijke. Zelfs de portemonnee wordt getrokken.

‘Wie van deze drie is volgens u de naaste geworden van het slachtoffer van de rovers?’ vraagt Jezus. Het is een illustratie van wat Hij zelf voor ons geworden is. Hij was die vreemdeling die ons gelijk werd, om onze ellende op zich te nemen en ons te verzorgen. Zijn medelijden bracht ongekende genade voort.

‘Doet u dan voortaan net zo,’ zegt Jezus tegen ons (Luc. 10:29-37). Als jij instaat voor de ander heb je begrepen wat Hij voor jou heeft gedaan.