Mag God zeggen wie jij bent?

Hoe luidt je naam?
Genesis 32:28


Het leven van Jakob wordt bepaald door werken en zwoegen. Je ziet hoe hij door eigen inspanning bezit verwerft, vaak met slimmigheidjes, en lang niet altijd even fraai. Je ziet ook hoe hij door angst gegrepen wordt om het allemaal weer te verliezen.

Zo nadert Jakob het beloofde land. Hij met heel zijn karavaan en al zijn verworvenheden, inclusief zijn gezin.

Jakob is bang, want hij moet door het gebied van zijn broer Esau, die hem eenentwintig jaar geleden naar het leven stond. Dus splitst hij zijn troepen om zijn broer te omzeilen. Hij stuurt iedereen voor zich uit met geschenken. En hij bidt de blaren op zijn tong.

Maar hij komt een andere tegenstander tegen, aan de oever van de Jabbok. In de worsteling die volgt moet Jakob zijn eigen kracht opgeven. Zijn trots, zijn streven. Dat wordt zijn grootste overwinning.

Jakob moet zijn naam prijsgeven aan God. En met zijn naam zijn identiteit. Nu mag God zeggen wie hij werkelijk is – namelijk, zoals God hem ziet. Hij is de man die God wil zegenen. Maar God wil wel zelf volbrengen wat Hij aan hem heeft beloofd. Eindelijk geeft Jakob zich daaraan over. Die overwinning bezorgt hem een nieuwe naam.

‘Voortaan zal je naam niet Jakob zijn maar Israël, want je hebt met God en mensen gestreden en je hebt gewonnen’ (Gen. 32:29).

Jakob won toen hij de strijd opgaf. Hij kon zelf het beloofde land niet bereiken, daar zou God hem moeten brengen. En God brengt hem daar, als een nieuw mens.

En jij? Mag God zeggen wie jij bent? Geloof je werkelijk dat je een nieuwe schepping bent in Jezus? Dan brengt God je op je plaaats en ben je wat God betreft een echte overwinnaar.