Man en vrouw

Mannelijk en vrouwelijk schiep Hij de mensen.
Genesis 1:27


Iesj en Isja schiep God, Man en Maninne. Wat een wonderlijke combinatie, die twee. Allebei helemaal mens, maar toch ook zo verschillend. We kunnen er niet genoeg van krijgen om ons daarover te verbazen.

Waarom zou God het zo bedacht hebben, denk je? Hij geeft zelf antwoord op die vraag. ‘Het is niet goed dat de mens alleen is’ (Gen. 2:18). Als de mens bedoeld is als evenbeeld van God, dan ook relationeel. God is de God van relaties. Dat is Hij in zichzelf. En omdat God een drie-eenheid is, is de mens een twee-eenheid.

De verhouding tussen man en vrouw maakt mensen relationeel: je ontdekt wie je zelf bent door de ander te ontdekken. Vervolgens geef je je aan elkaar over. Liefde heet dat.

Zo moeten mannen hun vrouw liefhebben, als hun eigen lichaam. Wie zijn vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief (Ef. 5:28).

God zegt over de man als hij aan de vrouw denkt: ‘Ik zal een helper voor hem maken die bij hem past’ (Gen. 2:18). Die twee passen dus bij elkaar en maken elkaar compleet. Ze zijn naar geest, ziel en lichaam met elkaar verbonden als tweecomponentenlijm. De lijm is de seks die man en vrouw in het huwelijk verbindt en die deze unieke, geheiligde verbinding telkens weer bevestigt.

Daarom roept de man als de vrouw in zijn leven komt: ‘Eindelijk een gelijk aan mij, mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees!’ (Gen. 2:23).

En daarom vervolgt Gods Woord: Zo komt het dat een man zich losmaakt van zijn vader en moeder en zich hecht aan zijn vrouw, met wie hij één van lichaam wordt (Gen. 2:24).