Mijn lief

Mijn lief is van mij en ik ben van hem. Hij weidt tussen de lelies.
Hooglied 2:16 (6:3)


Jezus houdt zoveel van ons, dat Hij ons neemt met al onze tekorten. Als ik van Hem houd en me aan Hem uitlever, dan neemt Hij me helemaal, met alles wat ik ben en heb en doe. Zo neemt Hij me, omdat Hij van me houdt.

‘Al heb ik gezondigd, mijn Christus heeft niet gezondigd, en al het zijne is van mij en al het mijne is van hem,’ schreef Maarten Luther.

Jezus neemt me zoals ik ben. De zonde is voor Hem geen probleem. Hij denkt er zelfs niet aan, want Hij is ervoor gestorven. Hij heeft al mijn zonden meegenomen in zijn dood – en in de dood houdt elke herinnering op.

Daarna is Hij teruggekomen om me zijn leven te geven. Hij heeft de steen van het graf weggerold, om me op te halen om met Hem te wandelen in de tuin van zijn Vader. Ook vandaag, hier en nu.

‘Vader, u hebt hen aan mij geschonken, laat hen dan zijn waar ik ben’ (Joh. 17:24).

Daar zing je dit lied:

Ik ben van mijn lief,
en mijn lief is van mij.
Hij weidt tussen de lelies.