Niet alleen maar zoet

‘Eet het op. Het zal branden in je maag, maar in je mond zo zoet zijn als honing.’
Openbaring 10:9


Johannes krijgt een boekje aangereikt dat in de mond zoet is als honing, maar brandt in zijn maag. Dat boekje is het kleinste testament, het evangelie van genade. Wie het opeet proeft de zoetheid van Gods genade, zijn redding, vrijspraak, voorspoed, zegen. Maar terwijl je het verteert krijg je al te maken met weerstand.

Niets ter wereld is zo zoet als het evangelie van genade. Maar niets roept ook zoveel ergernis op. Zodra mensen zien hoe blij je ervan wordt en hoe God je bevrijdt, herstelt en zegent, komen ze in opstand.

‘Wij verkondigen een gekruisigde Christus,’ zegt Paulus, ‘voor Joden aanstootgevend en voor heidenen dwaas’ (1 Kor. 1:23).

En Jezus zei al: ‘Denk niet dat ik gekomen ben om op aarde vrede te brengen. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard’ (Matt. 10:34).

Het moet je niet verbazen als je op onbegrip en tegenstand stuit als je volstroomt van Gods genade.

‘Allen die vroom en in eenheid met Christus Jezus willen leven, zullen worden vervolgd’ (2 Tim. 3:12).

Maar in al die druk bewijst God zijn gelijk: daarin ben je meer dan overwinnaar, omdat je de rust en zekerheid kent van Gods liefde.

‘Er staat geschreven: “Om u worden wij dag na dag gedood en afgevoerd als schapen voor de slacht.” Maar wij zegevieren in dit alles glansrijk dankzij hem die ons heeft liefgehad’ (Rom. 8:36-37).