Niet tijdelijk, maar eeuwig

Wij richten ons niet op de zichtbare dingen maar op de onzichtbare, want de zichtbare dingen zijn tijdelijk, de onzichtbare eeuwig.
2 Korintiërs 4:18


Waarom zien we nog niet alles wat we geloven?
De Bijbel maakt onderscheid tussen de zichtbare en de onzichtbare dingen.

Ons huidige lichaam is bijvoorbeeld zichtbaar, het nieuwe lichaam dat we straks krijgen onzichtbaar (nu nog tenminste). Ons huidige lichaam is ook sterfelijk, ons nieuwe lichaam onsterfelijk. Ons nieuwe lichaam zal van een betere kwaliteit zijn dan ons huidige.

In het zichtbare lopen we tegen zorg, moeite en verdriet op. Ziekte ook, de dood, omdat we nog steeds in een sterfelijk lichaam zitten. Maar dat is maar een deel van de werkelijkheid, en ook nog van voorbijgaande aard. Tijdelijk.

Het onzichtbare is sterker dan het zichtbare. Soms krijgt het onzichtbare nu al de overhand. Dan spreken we van een wonder. We lezen dat het (onzichtbare) leven van Jezus zichtbaar kan worden in ons sterfelijke (zichtbare) bestaan (2 Kor. 4:11). Daarom geloven we in genezing. Maar zelfs als we ons huidige lichaam moeten afgeven aan de dood, weten we dat het onzichtbare overwint. ‘Het sterfelijke wordt door het leven verslonden’ staat er (2 Kor. 5:4b).

Ook al zien we nog niet alles wat God heeft beloofd, we weten dat we wat Hij zegt serieuzer moeten nemen dan de omstandigheden. Zorgen, moeite en verdriet zijn maar tijdelijk – Gods woord houdt altijd stand (Jes. 40:8).

Wat God zegt, is méér waar dan de waarheid van dit moment. Daarom blijven we onze blik richten op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof (Heb. 12:2).