Pieter Bruegel de Oude – Volkstelling te Bethlehem

Het wonder van licht

Je blijft kijken. Dat is het geheim van Bruegels schilderijen, dat je alles wil zien wat hij laat zien. Neem deze voorstelling, de volkstelling te Bethlehem. Je ziet een Vlaams dorp dat Bruegel wel vaker schilderde, maar nu in de sneeuw. Tussen de huizen en op het dorpsplein wemelt het van de mensen. Er wordt gewerkt en gespeeld. Sjouwers lopen af en aan, kinderen houden een sneeuwballengevecht, vrouwen slachten varkens, een houthakker laadt hout op zijn kar. Op het bevroren water wordt geschaatst. Kijk hoe rondom de herberg mensen om een tafel drommen om zich te laten registreren. Dat moest, volgens de geschiedenis die in Lucas 1 werd opgetekend en waar de titel van dit schilderij van is afgeleid. Er moet blijkbaar ook voor betaald worden, iemand krijgt geld in zijn hand gestopt.

Om een goed overzicht te kunnen weergeven schilderde Bruegel zijn taferelen vaak van bovenaf. Diepte suggereerde hij met achter elkaar geplaatste stroken land, of rivieren die tot aan de horizon stromen, en ook met boompartijen die meer vervagen naarmate ze verder weg staan. En met vogels. Wonderlijk genoeg doorbrak hij zijn vogelperspectief door zijn figuren frontaal in de voorstellingen te plaatsen. Hij gaf hen graag een sterk silhouet en een specifieke bezigheid, om hun individualiteit te benadrukken. Op die manier schilderde hij bijvoorbeeld een voorstelling met 80 kinderspelen en een ander met minstens 120 spreekwoorden, en hier een Bijbelse voorstelling.

Juist omdat Bruegel zijn personages zo sterk tevoorschijn kon roepen is het wel typisch dat op dit schilderij de belangrijkste figuren enigszins verborgen blijven. Je moet zoeken tussen het lijnenspel van draagstokken en wielen van karren om ze te ontdekken. Andere schilders plaatsen Jozef en Maria nadrukkelijk in de schijnwerpers, Bruegel niet. Ze gaan op in het dagelijkse leven van de zestiende eeuw, Maria op een ezel en Jozef ervoor, samen op weg naar de herberg, waar misschien nog plaats is voor een zwangere vrouw.

Wie ontbreekt is Jezus. Dat is niet vreemd, Hij zit verborgen in zijn moeders buik, verstopt onder haar blauwe mantel. Maar toch kunnen we iets van zijn aanwezigheid merken, in de gloed van de sneeuw. Bruegel schilderde een wonder van licht door de sneeuw te laten oplichten. In de schemertijd tussen dag en nacht wordt het licht van de wereld aangekondigd.

Het is niet zo gek dat Bruegel Jezus in zijn eigen tijd plaatste. Pas rond 1850 begonnen schilders belangstelling te krijgen voor historische betrouwbaarheid en gingen ze Jezus in zijn eigen tijd weergeven. Zelf houd ik ervan als Jezus een plaats krijgt in elke tijd. Het benadrukt de waarde van zijn universele persoonlijkheid en boodschap. Soms levert dat wel verrassingen op. Zo zien we dat Bruegel in het dorp van Jezus’ geboorte een christelijke kerk heeft geplaatst.

Bruegels werk oogt grafisch. Zelfs zijn drukste schilderijen zijn helder van opzet. En kijk eens hoe uitgebalanceerd het zwart en wit in dit schilderij zijn opgezet. Je kunt goed zien dat Bruegel kon tekenen (hij tekende van jongs af aan, maar ging pas schilderen toen hij achtenveertig was). Omdat hij veel aandacht aan het voorwerk besteedde, had hij aan weinig verf genoeg om alles met een losse toets in de kleur te zetten.

Gelijk na voltooiing werd dit werk gewaardeerd. Daarom zat er handel in. De zoon van de schilder, Pieter Brueghel de Jonge (hij voegde een h toe aan zijn naam om zich te onderscheiden) maakte er wel dertien kopieën van.

Bruegel is een van de eersten die het dagelijks leven begon te schilderen. Hij plaatste ook Jezus daarin. Daarmee zegt de schilder dat Jezus ook in ons dagelijks bestaan aanwezig wil zijn. Hij zet ons bestaan in een bijzondere gloed.

Pieter Bruegel de Oude (tussen 1525 en 1530-1568), Volkstelling te Bethlehem, olieverf op paneel, 115,5 x 163,5 cm, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Brussel.

Doorlezen: Lucas 2:1-7; Jesaja 60:1; Johannes 8:12; Matteüs 28:20.

Willem de Vink