Shalom van Safed – Bid voor de vrede van Jeruzalem

Vraag om de Vredevorst

Shalom Moskovitz, Joodse horlogemaker en zilversmid in Palestina, begon op 55-jarige leeftijd te tekenen en te schilderen. Hij werd met zijn naïeve kunst bekend als ‘Shalom van Safed’, naar de plaats waar hij woonde en werkte. Hij hield zich bijna uitsluitend bezig met de bijbelse geschiedenis, die hij weergaf met eenvoudige lijnen en gedempte kleuren. Zijn beeldtaal (die je moet lezen van rechts naar links) doet denken aan strips, al was hij daar zelf niet bekend mee. Om de opeenvolgende gebeurtenissen te laten zien, verdeelde hij zijn tekenwerk graag in stroken. Soms schreef hij er ook tekst in. Shaloms interpretaties van de bijbelse verhalen zijn ingehouden van karakter en tonen een sterk gevoel voor ritme. Vaak zit er ook humor in.

De kunstenaar leefde zijn hele leven als chassid (een strenge Joodse stroming) in Safed. Deze kleine stad ligt verstopt in de bergen van Galilea en is voor orthodoxe Joden een van hun vier heilige plaatsen. Regelmatig kreeg deze vrome man de vraag hoe hij mensen en dieren kon uitbeelden, terwijl dat volgens het tweede gebod van Mozes verboden is. Zijn antwoord was dat hij een geschiedschrijver was die de historie van zijn volk beschreef in lijnen en kleuren.

Maar Shalom deed veel meer dan simpelweg de bijbelverhalen uitbeelden. Tot op de dag van vandaag spreekt zijn volkskunst tot de verbeelding, juist omdat hij ons meeneemt in zijn ongebreidelde fantasie, zodat ons voorstellingsvermogen verrijkt wordt met nieuwe gedachten.

‘Bid voor de vrede van Jeruzalem’ heet de plaat die we hier zien. Het is een oproep uit Psalm 122, die onder de tekening geschreven staat. Eigenlijk staat er in het Hebreeuws niet ‘bid’, maar ‘vraag’, wat de opdracht nog concreter maakt. Jeruzalem, een van de oudste steden ter wereld, is vaak aangevallen en van machthebber gewisseld. De stad werd meerdere keren verwoest en wordt bedreigd tot op de dag van vandaag. Jezus huilt als Hij op een ezel de stad binnenrijdt. ‘Had ook jij op deze dag maar geweten wat vrede kan brengen,’ zegt Hij. In feite beaamt Hij met zijn woorden dat we moeten blijven vragen om vrede voor Jeruzalem. We moeten vragen om zijn komst als Vredevorst.

Op de tekening zien we Jeruzalem in allerlei facetten. Onderaan trekken pelgrims vanuit de bergen op naar de stad. Verderop staat een groep mannen al te bidden bij de muur. Ze zijn bebaard, dragen een hoofddeksel en hebben hun gebedenboek bij zich, eerst dichtgeklapt onder hun arm, daarna opengevouwen voor hun neus. Er staan twee poorten open, een is herkenbaar als de Leeuwenpoort. We zien kleine en grote gebouwen en huizen, waarvan vele op bergen zijn gebouwd. Ook zijn er muren, opvallend veel muren. De Toren van David (oorspronkelijk een minaret) is van een bijschrift voorzien, net als de Moskee van Omar, die tegenover de Heilige Grafkerk staat. De derde aanduiding is het Graf van Absalom in de Kidronvallei.

De stad staat vol bomen. Ze zijn ook in de omlijsting geplaatst, allerlei soorten, herkenbaar aan hun vruchten. Ze geven uiting aan de vrede die er op de afbeelding heerst. Bid erom, was de opdracht. Vraag! Shalom (zijn naam betekent ‘vrede’) toont hier het wonder van een verhoord gebed. Dat kan alleen maar de verbeelding doen: voorbij de spanningen die de stad kent kijken naar een nieuwe werkelijkheid, waarin vrede heerst.

Jeruzalem vertelt ons dat God met ons verbonden wil zijn. Hij heeft gezegd dat Hij juist aan deze stad zijn naam zal verbinden, en wel voor eeuwig. Ook lezen we dat God in de hemel een nieuw Jeruzalem bouwt dat op aarde zal neerdalen en waar Hij zelf zal komen wonen. Hij zal onze smeekbede om vrede voor Jeruzalem verhoren op een manier die ons voorstellingsvermogen te boven gaat. Intussen helpt Shalom van Safed ons om verwachtingsvol naar de toekomst te kijken en om vrede te blijven vragen.

Shalom van Safed (1896-1980), Bid voor de vrede van Jeruzalem, pen en inkt op papier, 92,1 x 116,8 cm.

Doorlezen: Psalm 122; Psalm 68:17; Lucas 19:42-44; Hebreeën 11:10; Zacharia 8:3; Openbaring 21:1-4, 22:3-4; Ezechiël 48:35; Ezechiël 34:23-31; Lucas 2:10-11; Jesaja 9:3-5.

Willem de Vink