Toegang tot het beloofde land

Hij bracht ons hierheen en gaf ons dit land, dat overvloeit van melk en honing.

Deuteronomium 26:9

Laten we nog eens even om ons heen kijken op de plek waar Jezus gedoopt werd. Kijk, ooit kwam Gods volk hier vanuit de kale bergen het groene beloofde land binnen. Onder leiding van Jozua trokken ze vanuit het oosten de rivier de Jordaan over. Let eens op hoe.

De priesters gingen met de ark van het verbond op hun schouders voorop. Zodra ze het water aanraakten, week het – en wel van de stad Adam tot aan de Dode Zee toe. Nu kon de mensenmassa de woestijn achter zich laten en het land van melk en honing binnentrekken (Joz. 3:14-17).

Bekijk deze geschiedenis nu eens vanuit het perspectief van ons leven met Jezus. Het woestijnleven mag je zien als een beeld van een leven waarin Gods beloften nog niet in vervulling zijn gegaan. Het water is een beeld van het oordeel, dat Gods beloften in de weg staat. Maar dat moet wijken zodra het in aanraking komt met de ark van het verbond. De ark is een beeld van Jezus. Er is dankzij Hem geen veroordeling meer, van begin tot eind niet.

Met de ark voorop kon het volk ongehinderd het land van Gods beloften binnentrekken. Daar zou God voor rust en overvloed zorgen. Veelzeggend dat Jezus op dezelfde plek werd gedoopt. Hier opende Hij het beloofde land voor jou en mij: een leven zonder veroordeling, vol genade, rust en overvloed, waarin al Gods beloften in vervulling gaan (Hebr. 4:1-11, 2 Kor. 1:19-22).

Johannes 1:19-34

(Uit mijn nieuwe dagboek dat het leven van Jezus volgt en begin 2012 verschijnt.)